Wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake voorafbetalingen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het Wetboek van de inkomstenbelastingen (KB/WIB 92) inzake voorafbetalingen wijzigt.
De belasting op winst, baten en bezoldigingen wordt vermeerderd krachtens het KB/WIB 92 met een bedrag dat wordt bepaald met inachtneming van de basisrentevoet voor zover ze niet als voorheffing is geheven of niet bij voorafbetaling is voldaan tijdens het jaar waarin de inkomsten bekomen zijn.
Deze basisrentevoet is het - in voorkomend geval tot de lagere eenheid afgeronde - rentetarief van de marginale beleningsfaciliteiten van de Europese Centrale Bank (ECB) op 1 januari van het jaar vóór dat waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd. De verhogingen komen slechts in aanmerking voor 90% van het bedrag ervan. Deze beperking is echter niet van toepassing op de vennootschappen.
Op 1 januari 2015 bedroeg het rentetarief van de marginale beleningsfaciliteiten van de ECB 0,30%. Dat betekent dat de bovenvermelde basisrentevoet na afronding tot de lagere eenheid zou neerkomen op 0%.
Daarom heeft de ministerraad beslist om gebruik te maken van de mogelijkheid voorzien in het KB/WIB 92 om een ontwerp van koninklijk besluit goed te keuren dat, wanneer zulks ingevolge de op de geldmarkt toegepaste rentevoeten verantwoord is, een hoger of lager percentage van vermeerdering dan dat dat uit de bovenvermelde basisrentevoet voortvloeit, vaststelt en om de groepen van belastingplichtigen aan te wijzen waarvoor het aldus vastgestelde percentage van toepassing is.
Na raadpleging van de betrokken beroepsorganisaties heeft de ministerraad dit ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat voorziet in een basisrentevoet die wordt vastgelegd op 0,50% voor het jaar 2015.