Wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed met betrekking tot de wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, als gevolg van de overdracht van de dienst van de gewestelijke registratierechten aan het Vlaamse Gewest.
Het voorontwerp van wet beoogt de opheffing van artikel 5 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en de overbrenging, mutatis mutandis, van de inhoud ervan naar een nieuw artikel 169ter van hetzelfde Wetboek. Zo heeft de regel inzake de verplichting om de verschuldigde rechten te betalen vóór de uitvoering van de formaliteit van de registratie niet meer het karakter van een grondvoorwaarde voor de registratie, maar wel het karakter van een zuivere modaliteit van de betaling van de bedragen die naar aanleiding van de registratie verschuldigd zijn.
Sedert 1 januari 2015 staat het Vlaamse Gewest zelf in voor de dienst van de gewestelijke registratierechten. Dat houdt in dat het Vlaamse Gewest zelf zorgt voor de inning en invordering van die rechten die binnen dat Gewest te lokaliseren zijn.
Bedoeling van het voorontwerp is dat elk Gewest dat de dienst van de belasting overneemt, de vereiste van de voorafgaande betaling van de naar aanleiding van de uitvoering van de registratieformaliteit verschuldigde sommen naar eigen goeddunken kan behouden of weglaten.
Voor de federaal gebleven registratierechten zal, zoals voorheen, bij koninklijk besluit van de regel van de voorafgaande betaling kunnen worden afgeweken. Voor de gewestelijke registratierechten waarvoor de federale overheid verder instaat voor de dienst van de belasting voorziet het nieuwe artikel 169ter evenwel de mogelijkheid niet meer om bij koninklijk besluit af te wijken van de regel van de voorafgaande betaling.
Het voorontwerp wordt voorgelegd aan het Overlegcomité.