Wijziging van bepalingen uit het Wetboek van economisch recht op het vlak van reprografie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Economie Kris Peeters een voorontwerp van wet goed tot wijziging van enkele bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht over reprografie.
Het voorontwerp van wet voert enkele aanpassingen en verduidelijkingen door aan het boek XI van het Wetboek van economisch recht om gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU) van 12 november 2015. De krachtlijnen van het voorontwerp van wet zijn:
- De afschaffing van de forfaitaire reprografievergoeding
Wanneer een reproductie van een papieren of soortgelijke drager (input papier) op papier of op een soortgelijke drager (output papier) wordt verricht door een professionele eindgebruiker (bedrijf, bibliotheek, overheid) voor een ander gebruik dan voor privégebruik is voortaan enkel de evenredige vergoeding verschuldigd. Het gaat dus om de vergoeding die bepaald wordt in functie van het aantal reproducties van werken. De vergoeding die geheven wordt op apparaten (forfaitaire vergoeding) die buiten de privésfeer gebruikt worden, wordt dus afgeschaft. De apparaten die hoofdzakelijk worden gebruikt door de consumenten thuis zullen onder het systeem van de thuiskopie worden ondergebracht.
- Alle reproducties in familiekring onder uitzondering voor privékopie
De forfaitaire vergoeding ter compensatie van de werkelijke schade die wordt veroorzaakt naar aanleiding van reproducties op papier, die in familiekring worden gemaakt, wordt ondergebracht in het systeem van de uitzondering voor privékopie. In die hypothese is het niet mogelijk om een evenredige vergoeding te innen en is er dus geen cumul van de forfaitaire vergoeding en van de evenredige vergoeding.
- Parallellisme uitzondering en vergoeding voor de uitzondering
De vergoeding voor reprografie kan slechts de schade compenseren die wordt veroorzaakt door reproducties die onder het toepassingsgebied vallen van de uitzondering voor reprografie en bijvoorbeeld geen vergoeding voor kopies uit illegale bron of kopies van bladmuziek kan omvatten.
- Een eigen vergoedingsrecht voor uitgevers voor fotokopies
Het voorontwerp van wet voorziet een recht op vergoeding van de uitgevers dat zich onderscheidt van het recht op vergoeding voor reprografie van de auteurs en heeft geen negative invloed op de compensatie van de schade geleden door de auteurs als gevolg van de reproductiehandelingen die onder het toepassingsgebied van de uitzondering voor reprografie vallen. Het gaat concreet om een vergoeding voor de reproductie van papieren of soortgelijke drager (input papier) naar papieren of soortgelijke drager (output papier). Het is dus niet de bedoeling om een vergoeding voor uitgevers te voorzien voor reproducties die gemaakt worden in een digitale context.
- Eén enkele vergoeding voor alle uitzonderingen ten gunste van het onderwijs
Er wordt één enkele bepaling voorzien in het wetboek waarin alle relevante uitzonderingen ten gunste van het onderwijs zullen worden samengebracht (reproducties op papier, digitale reproducties, mededeling in een gesloten netwerk). Aan deze bepaling zal een enkele vergoeding worden gekoppeld. Dit laat enerzijds een administratieve vereenvoudiging toe (met bijvoorbeeld de mogelijkheid van betaling door de Gemeenschappen indien deze dit zouden willen), en anderzijds ook een grotere juridische zekerheid voor de onderwijsinstellingen.
Daarnaast wordt ook voorzien dat de reproductie van werken die ontworpen zijn voor pedagogische doeleinden, bijvoorbeeld schoolboeken, niet meer onder de uitzondering voor reprografie vallen, maar onder het exclusieve recht blijven vallen.
Het voorontwerp van wet wordt nu voor advies aan de Raad van State en de Raad voor de Intellectuele Eigendom voorgelegd. De Raad voor de Intellectuele Eigendom zal tevens gevat worden over de problematieken die gepaard gaan met Open Access publicaties en met de activiteit van Text and Data Mining in het kader van wetenschappelijk onderzoek en wordt gevraagd om zich uit te spreken over de nood om in dit kader een uitzondering op het auteursrecht te voorzien.