Werkloosheidsreglementering - PWA
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed rond de werkloosheidsreglementering.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed rond de werkloosheidsreglementering.
Het ontwerp heeft betrekking op de regeling plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. De bestaande regeling, waarbij PWA-werknemers die in een referteperiode van acht maanden tenminste 180 PWA-activiteitsuren hebben gepresteerd worden vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, wordt vanaf 1 oktober 2004 afgeschaft, behalve voor werklozen met een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid. Wel blijven de betrokken PWA-werknemers vrijgesteld van aanmelding op de gemeentelijke controle. PWA-activiteiten van huishoudelijke aard bij particulieren kunnen vanaf 1 maart 2004 alleen nog uitgeoefend worden door PWA-werknemers die deze activiteit reeds in de loop van de laatste achttien maanden uitoefenden en alleen ten gunste van gebruikers die op 1 maart 2004 in het bezit zijn van een gevalideerd gebruikersformulier voor dit soort activiteiten. Deze nieuwe regeling wil de doorstroming van de PWA-werknemers naar het vernieuwde stelsel van de dienstencheques bevorderen, zonder onredelijke druk en met een begeleiding op mensenmaat. Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State. (*) tot wijziging van artikel 79, §4bis en artikel 79bis, §3, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.