Werking van het comité A
Op voorstel van de heer Guy Verhofstadt, Eerste Minister, en van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet (*) goed rond het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten.
Op voorstel van de heer Guy Verhofstadt, Eerste Minister, en van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet (*) goed rond het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten.
Dit ontwerp beoogt hoofdzakelijk het uitvoeren van het intersectoraal akkoord 2001-2002, meer bepaald het deel "werking van het comité A". De bedoeling is te komen tot een betere werking van dit comité. Het akkoord bevat vier rubrieken: - de eerste rubriek (rubriek A) breidt de materies uit die aan het comité A moeten worden voorgelegd. Het gaat hier onder meer om de nieuwe regelgeving die uitgevaardigd is door de federale overheid voor de privé-sector en die ook van toepassing is voor de publieke sector, dit naast de federale tussenkomst inzake loopbaanonderbreking en de minimale rechten op het vlak van de sociale zekerheid; - rubriek B voorziet in een versoepeling van de procedure in comité A. Die aangelegenheden zullen geregeld worden bij koninklijk besluit; - rubriek C, "Nieuwe bevoegdheden van het comité A", heeft betrekking op de coördinatie van de informatie, de archivering, de informatie aan de overheden over de Europese dossiers en de maatregelen die genomen werden door de andere openbare ambten; - de laatste rubriek (rubriek D) van het akkoord betreft de intersectorale akkoorden. Het voorontwerp van wet beperkt de onderhandelingen tot de eigenlijke bevoegdheden van het comité A, met andere woorden de materies die handelen over het vakbondsstatuut, de federale bevoegdheden inzake loopbaanonderbreking en de minimale rechten, tenzij alle overheden en alle vakorganisaties akkoord gaan om te onderhandelen over andere punten. De andere punten zullen onderhandeld woren in de bevoegde comités (sectorcomité's, comité B,...). Het voorontwerp regelt tevens twee andere zaken die geen betrekking hebben op de uitvoering van het intersectoraal akkoord: - wanneer de bepalingen van een voorstel ressorteren onder verschillende onderhandelingscomités kan de overheid beslissen de totaliteit van het voorstel voor te leggen aan een algemeen comité; - het interprofessioneel aspect werd benadrukt om de representativiteit te bepalen. Dit aspect wordt eveneens in aanmerking genomen om te bepalen welke vakorganisaties de sociale diensten kunnen beheren. (*) tot wijziging van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.