Verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van vergoedbare farmaceutische verstrekkingen
Persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van vergoedbare farmaceutische verstrekkingen
Op voorstel van de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit (*) tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen. Dit ontwerp bepaalt dat men ervan uitgaat dat de patiënten aan de vereiste voorwaarden van terugbetaling voldoen in het kader van de forfaitarisering van de farmaceutische specialiteiten. Het gaat om de terugbetaling van geneesmiddelen die men in een ziekenhuis verstrekt. Juridisch gezien kan men die specialiteiten niet meer buiten indicatie voorschrijven. In geen geval zal men de kosten nog aan de patiënten kunnen aanrekenen. Voor de geforfaitariseerde specialiteiten mag het ziekenhuis enkel het bedrag van het persoonlijk aandeel, 0,62 euro per dag hospitalisatie, aan de rechthebbende aanrekenen. Voor de niet-geforfaitariseerde specialiteiten dekt het forfaitaire bedrag van 0,62 euro per dag hospitalisatie alle sommen die aan de rechthebbende kunnen worden aangerekend, behalve wanneer die indicatie niet vergoedbaar is. Het ontwerp bepaalt de datum waarop de verhoging van het plafond van het remgeld van de specialiteiten die deel uitmaken van een ATC4-groep met minstens één kopie of één generiek in werking treedt. Als de verhoging van het remgeldplafond al voor een groep heeft plaatsgevonden, is dit plafond van toepassing voor elke nieuwe specialiteit die in de groep ingeschreven wordt, vanaf de datum van de inschrijving. Als de verhoging nog niet heeft plaatsgevonden en er een kopie of een generiek ingeschreven wordt, dan is de verhoging van toepassing op het moment dat het referentiesysteem door die kopie of die generiek ingesteld wordt. Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd. (*) van 7 mei 1991.