Verjaring fiscale fraude
Veel deining is ontstaan ingevolge twee arresten van het Hof van Cassatie over de wijze waarop de verjaring van de invorderingsmogelijkheden van betwiste belastingen kan worden gestuit.
Op voorstel van de Minister van Financiën werd in de Programmawet van 22 december 2003 reeds een bepaling opgenomen waardoor er een oplossing is voor de stuiting van de verjaring in een zeer groot aantal lopende geschillen.
Veel deining is ontstaan ingevolge twee arresten van het Hof van Cassatie over de wijze waarop de verjaring van de invorderingsmogelijkheden van betwiste belastingen kan worden gestuit. Op voorstel van de Minister van Financiën werd in de Programmawet van 22 december 2003 reeds een bepaling opgenomen waardoor er een oplossing is voor de stuiting van de verjaring in een zeer groot aantal lopende geschillen.
Door die maatregel wordt reeds vermeden dat er verjaring zou optreden voor betwiste aanslagen die vanaf november 1998 werden ingekohierd en die zelfs betrekking hebben op inkomsten voor het jaar 1993. Voor een beperkt aantal nog oudere betwistingen waarop de arresten van het Hof van Cassatie nog wel invloed kunnen hebben, werd beslist dat de verjaring van de fiscale vordering geschorst is indien voor het intreden van de verjaring, een strafvordering werd ingesteld. Een amendement op het voorontwerp van programmawet, in die zin, werd door de ministerraad goedgekeurd. Inzonderheid betreft dit de ernstige en grote fraudegevallen.