Vereenvoudigd beslag onder derden
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende wijziging van artikel 164 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende wijziging van artikel 164 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Het ontwerp geeft aan de beslagrechter de bevoegdheid om een derden-houder die de hem opgelegde verplichtingen niet naleeft, schuldenaar te verklaren voor het geheel of een gedeelte van de door de belastingschuldige te betalen belastingen. Daardoor wordt de rechtspraak van het Arbitragehof en de bestaande administratieve praktijk bevestigd. Ook wordt aan de ontvanger de verplichting opgelegd de belastingschuldige bij ter post aangetekende brief op de hoogte te brengen van het feit dat een vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag is gelegd in handen van één van zijn schuldenaars. Door beide wijzigingen wordt de procedure van het vereenvoudigd fiscaal beslag onder derden aangepast aan de in het gerechtelijk wetboek voorziene procedure inzake het uitvoerend beslag onder derden. Het ontwerp verduidelijkt ook dat het vereenvoudigd derdenbeslag ook kan worden gelegd voor nog verschuldigde voorheffingen.