Toekenning van voorschotten bij overheidsopdrachten naar aanleiding van de crisis in Oekraïne
De ministerraad keurt op voorstel van eerste minister Alexander De Croo een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende de toekenning van voorschotten in het kader van overheidsopdrachten naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne en de daaruit volgende economische crisis.
De oorlog in Oekraïne heeft ertoe geleid dat heel wat afgewerkte producten, halffabricaten en grondstoffen de laatste maanden aanzienlijke tot extreme prijsstijgingen en prijsschommelingen hebben gekend. Dit heeft ertoe bijgedragen dat recent heel wat opdrachtnemers van overheidsopdrachten liquiditeitsproblemen ondervinden.
In dit kader wordt via het ontwerp van koninklijk besluit een bijkomende tijdelijke mogelijkheid ingevoerd voor de aanbesteder om een voorschot toe te kennen en dit zowel voor de nog te lanceren opdrachten, voor de reeds gelanceerde opdrachten die nog niet in uitvoering zijn, als voor deze die reeds in uitvoering zijn.
Concreet krijgt de aanbesteder de mogelijkheid om een voorschot toe te kennen van maximum twintig procent van de initiële waarde van de opdracht. Wanneer de looptijd van de opdracht meer dan twaalf maanden bedraagt wordt voor de berekening van het voorschot als referentie een bedrag genomen dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke bedrag van de opdracht, inclusief belastingen, gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. In het geval van een opdracht van onbepaalde duur, wordt als referentie dan weer de waarde per maand van de overeenkomst vermenigvuldigd met twaalf genomen.
De mogelijkheid om een voorschot toe te kennen geldt echter niet wanneer de uitvoeringstermijn van de overheidsopdracht korter is dan twee maanden. Bovendien is deze maatregel slechts van toepassing op de opdrachten die gelanceerd worden tot eind 2023.
De minister van Ambtenarenzaken wordt ermee belast een lijst op te maken van de zwaarst getroffen sectoren waarvoor de federale diensten overheidsopdrachten plaatsen. Eens de lijst beschikbaar is, wordt elke minister ermee belast om na te gaan wat de budgettaire impact zou zijn van het toekennen van voorschotten in uitvoering van het ontwerp van koninklijk besluit.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.