Studiecommissie voor de Vergrijzing: Niet langer hoger armoederisico bij gepensioneerde vrouwen
Voor het eerst kennen gepensioneerde vrouwen geen hoger armoederisico dan mannen. Dat blijkt uit het jaarlijks verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat vicepremier en minister van Pensioenen Alexander De Croo vandaag in ontvangst nam. De Studiecommissie voor de Vergrijzing berekende ook dat de nieuwe pensioenbonus op lange termijn een belangrijke kostenbeheersing betekent.
Alexander De Croo: “Hoe moeilijk hervormingen op korte termijn ook zijn, op langere termijn werpen ze hun vruchten af. Zo blijkt uit de vooruitzichten van de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat alleen al het systeem van de nieuwe pensioenbonus op kruissnelheid een kostenbeheersing betekent van 0,3% BBP of, in prijzen van vandaag, van 2,5 miljard euro."
De nieuwe pensioenbonus zal vanaf 2014 voor de drie pensioenstelsels dezelfde zijn. Vanaf het moment dat mensen één jaar langer werken nadat ze op vervroegd pensioen kunnen, bouwen ze elke gewerkte dag pensioenbonus op. In het nieuwe systeem neemt het dagbedrag van de pensioenbonus ook jaar na jaar toe.
Opnieuw stap vooruit in het terugdringen van het armoederisico bij gepensioneerden
Uit de SCvV-vooruitzichten blijkt dat het verschil tussen het armoederisico bij gepensioneerden en de rest van de bevolking nog nooit zo klein is geweest. Voor het eerst is er ook geen sprake meer van een hoger armoederisico bij vrouwen. Ook dat is het gevolg van een vroegere hervorming, met name van het geleidelijk optrekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen naar 65 jaar. Het bezit van een eigen huis of appartement zorgt bijna voor een halvering van het armoederisico onder gepensioneerden. Een eigen huis of appartement is de beste vorm van pensioensparen.
Alexander De Croo: “Door de zesde staatshervorming zijn vanaf volgend jaar de gewesten bevoegd voor de woonbonus. Het is ontzettend belangrijk dat zij de woonbonus blijven gebruiken om jonge mensen te helpen een huis te kopen. De Belg heeft een baksteen in de maag en we zien in de vooruitzichten van de Studiecommissie voor de Vergrijzing hoe belangrijk dat is voor een zorgeloze oude dag.”
Economische groei van groot belang
We kunnen ons wel degelijk voor een stuk uit de pensioenkosten ‘groeien’. Een productiviteitsstijging van onze economie van 1,25% naar 1,75% maakt zo’n 30 procent verschil in de vergrijzingskost, blijkt uit de SCvV-vooruitzichten. Een competitieve economie en een dynamische arbeidsmarkt zijn dus ook voor het aanpakken van de vergrijzingskost van onschatbaar belang. Dat betekent dat het vergrijzingsdebat niet mag verengd worden tot alleen maar ‘langer werken’.
Alexander De Croo: "Natuurlijk is langer werken deel van de oplossing. Wie dat ontkent, ontkent het licht van de zon. Maar het vergrijzingsdebat moet over meer gaan. Het moet ook gaan over ondernemen en werken aantrekkelijk maken in ons land. En het moet zeker gaan over méér mensen aan het werk. We vragen vandaag heel veel van mensen die werken en bijdragen. Maar er zijn grenzen. Zeker als er nog altijd een groep is van mensen die niet werken en niet bijdragen terwijl ze dat wel zouden kunnen."
"De vergrijzingskost is duidelijk. De trein van de hervormingen rijdt en moet blijven rijden. Niet enkel door de pensioenen te hervormen, maar ook door te blijven inzetten op een competitieve economie en een dynamische arbeidsmarkt," besloot De Croo.