Spoorwegsystemen
Interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem
Interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem
Op voorstel van de heer Renaat Landuyt, Minister van Mobiliteit, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem. Het ontwerp zet de richtlijn van het tweede spoorwegpakket betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem om in Belgisch recht en wijzigt twee vorige richtlijnen (*). Die hebben als doel de burgers van de Unie, de economische operatoren en de regionale en lokale autoriteiten ten volle te laten genieten van de voordelen van een unie zonder binnengrenzen door onder andere de koppeling en de interoperabiliteit van de nationale spoorwegnetten te bevorderen en de toegang tot deze netten te vergemakkelijken. De richtlijnen impliceren dat de spoorwegondernemingen een betere toegang tot de spoorwegnetten van de Lidstaten moeten krijgen. Hiervoor is een interoperabiliteit noodzakelijk van de infrastructuren, de installaties, het rollend materieel en de beheers- en exploitatiesystemen, met inbegrip van de beroepsbekwaamheden, hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor het personeel dat nodig is voor de exploitatie en het onderhoud van de geviseerde subsystemen, alsmede voor de uitvoering van elke technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI). Het ontwerp beantwoordt niet alleen aan de nood aan coherentie tussen de eigenschappen van de infrastructuur en die van het rollend materieel, maar ook aan de nood aan een doeltreffende koppeling van de informatie- en communicatiesystemen van de verschillende infrastructuurbeheerders en exploitanten. Het prestatieniveau, de veiligheid, de kwaliteit van de dienstverlening en de kostprijs zijn afhankelijk van voormelde coherentie en koppeling, en het is op deze coherentie en koppeling dat de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem steunt. (*) richtlijn 2004/50/CE, tot wijziging van richtlijnen 96/48/EG, betreffende de interoperabiliteit van het Europese net voor hogesnelheidstreinen en 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het conventionele spoorwegsysteem.