Secundaire postwetgeving
Reglementering van postdiensten die onder de universele dienstverlening vallen
Reglementering van postdiensten die onder de universele dienstverlening vallen
De Ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en een ontwerp van koninkijk besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de aangifte en de overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144quater, 63, 148sexies, 61, 1° en 148 septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Het ontwerp is een voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. De ontwerpen brengen drie wijzigingen aan: - ze passen de regels inzake de evolutie van de tarieven van prestaties die deel uitmaken van de universele dienst aan, - ze wijzigen de bepalingen inzake de controle door het BIPT van de kostprijs van de universele dienst, - ze schaffen de verplichting af, om de kranten te voorzien van een markering die aangeeft dat het om een prestatie gaat die onder de universele dienst valt. De ontwerpen worden voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De Ministerraad ging ook principieel akkoord om in de eerstvolgende programmawet volgende bepalingen in te voegen die de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wijzigen: - niet voor elke universele dienstprestatie moet een formule inzake de tariefevolutie in de secundaire postwetgeving worden opgenomen, - De Post wordt verplicht mee te werken, zodat het BIPT de audit voorzien door de secundaire wetgeving kan uitvoeren, - De Post dient bij te dragen tot een eventuele compensatie voor de universele dienst.