Overlevingspensioen: De Raad voor Gelijke Kansen eist een echte hervorming!
Op 21 maart heeft de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen (RGK) drie adviezen goedgekeurd over de voorontwerpen van wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen voor werknemers, tot hervorming van het overlevingspensioen voor zelfstandigen en de aanpassing van het overlevingspensioen in de openbare sector.
De overheid wenst bij werknemers en zelfstandigen een overgangsuitkering in te voeren voor de jonge overlevenden van een overleden echtgeno(o)t(e) van minder dan 45 jaar. Deze overgangsuitkering is slechts tijdelijk, voor een periode van één jaar (of twee als er kinderen ten laste zijn), indien de begunstigde ondanks de voorziene omkaderingsmaatregelen geen werk gevonden heeft, zal zij of hij een werkloosheidsuitkering kunnen verkrijgen zonder wachtperiode.
De overheid wil hiermee een antwoord bieden op de “werkloosheidsval” die vrouwen bedreigt (96% van de begunstigden van pensioenen van minder dan 45 jaar zijn vrouwen) die geen eigen rechten voor het rustpensioen kunnen opbouwen, terwijl volgens de memorie van toelichting van het wetsontwerp, “het Belgische systeem meer naar de individualisering van rechten neigt”. Terzelfdertijd zal de leeftijd vanaf wanneer men recht heeft op een overlevingspensioen tegen 2025 geleidelijk opgetrokken worden naar 50 jaar.
In ieder geval worden degenen die reeds voor 31 december 2014 recht hebben op een overlevingspensioen niet getroffen door deze maatregelen.
Aangezien de Raad al jaren pleit voor een hervorming van de afgeleide rechten binnen de sociale zekerheid naar individuele rechten, verwondert de RGK zich over de gebruikte werkwijze. De overgangsuitkering kan niet vergeleken worden met een direct recht en het overlevingspensioen wordt alsnog behouden ondanks het verhogen van de toegangsleeftijd. Hij vreest dat de herinschakeling door deze nieuwe activeringsmethode niet het verhoopte succes zal hebben, en vraagt een duidelijke uitleg over de beloofde begeleidingsmaatregelen, waarmee de gewesten belast zijn (er werd niets voorzien voor weduwen(aars) van zelfstandigen).
De RGK eist bovenal een echte hervorming van de afgeleide rechten die momenteel de pensioenrechten aantasten en die gaan over het gezinsbedrag, overlevingspensioen en echtscheidingspensioen. Hij herinnert hierbij aan de essentie van zijn advies nr. 130 van 10 december 2010:
- De geleidelijke vervanging van afgeleide rechten door individuele rechten moet leiden tot een verhoging van deze laatste: het individueel vervangingspercentage zou geleidelijk van 60% naar 75% van het gemiddelde van de 25 beste jaren moeten gebracht worden. Dit zou ook leiden tot het verdwijnen van het gezinsbedrag.
- In tussentijd zou het gezinsbedrag beperkt moeten worden tot de effectieve duur van het huwelijk.
- Het overlevingspensioen zou verdeeld moeten worden tussen de opeenvolgende overlevende echtgenoten naar verhouding van het aantal gehuwde jaren.
- Elke hervorming moet gepaard gaan met een bewustmaking: op lange termijn zal het huwelijk geen afgeleide rechten meer openen. Jonge meisjes moeten bijgevolg het belang inzien van zelf voldoende te werken, om zo hun eigen rechten te kunnen opbouwen. Tijdens de overgangsperiode zullen de duur van het huwelijk en het aantal kinderen de toekenning van het recht bepalen.
Contactpersoon pers: Gwen Herkes (0496/96.10.00)
Contact presse :
Gwen Herkes,
Secretaris
Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen
0496/64.10.00
http://www.raadvandegelijkekansen.be/nl/publicaties/onze-adviezen
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen neemt dagelijks het secretariaat van de Raad, het Bureau en de Commissies waar. Maar het voert ook verschillende onderzoeksactiviteiten uit, alsook studies voorafgaand aan het opstellen van adviezen en aanbevelingen. Het organiseert ook de studiedagen van de Raad verspreidt de informatie en documentatie die de Raad genereert.
De Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen is een federaal adviesorgaan, opgericht bij koninklijk besluit van 15 februari 1993, vervangen door dat van 4 april 2003. De Raad is een beleidsinstrument om de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen te realiseren en de directe en indirecte genderdiscriminaties weg te werken. Het Bureau is de kern van de werking van de Raad en verzekert het beheer van projecten en de coördinatie van de verschillende commissies binnen de Raad.