Omzetting Europese richtlijn en verordening in het Belgische recht over het toezicht op de financiële sector en het vaststellen van marktmisbruik
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed dat de Europese richtlijn 2013/50/EU gedeeltelijk omzet in Belgisch recht en dat de verordening marktmisbruik (596/2014) gedeeltelijk uitvoert in het Belgische recht.
Het voorontwerp van wet voert aanpassingen door aan de wet van 2 augustus 2002, aan de transparantiewet en aan de prospectuswet om de richtlijn 2013/50/EU gedeeltelijk om te zetten in Belgisch recht. De richtlijn heeft meerdere doelstellingen:
- de effectiviteit van de bestaande transparantieregeling verbeteren
- de naleving van de richtlijnvereisten verbeteren door de sanctioneringsbevoegdheden van de toezichthouders te versterken en de emittenten te vereenvoudigen. Hierdoor worden de gereglementeerde markten aantrekkelijker voor kleine en middelgrote emittenten.
Het voorontwerp van wet verhoogt de maximumbedragen van de administratieve geldboetes die bij inbreuken op de verordening marktmisbruik moeten worden opgelegd en duidt de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan als bevoegde autoriteit om op te treden tegen inbreuken op de verordening marktmisbruik. De verordening voorziet namelijk dat, voor de correcte uitvoering ervan, de lidstaten voor 3 juli 2016 zo'n bevoegde autoriteit moeten opstellen.
De verordening marktmisbruik vervangt de huidige richtlijn marktmisbruik (2003/6/EG) door een geactualiseerd rechtskader. Deze verordening moet ertoe leiden dat iedereen in de gehele Europese Unie dezelfde voorschriften volgt over de vaststelling van marktmisbruik. De verordening zorgt ook voor een vermindering van de complexiteit van de regelgeving en de nalevingskosten van bedrijven, vooral voor ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn.
Het voorontwerp van wet wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.