Oekraïne: uitzonderlijke toelage voor bijkomende voogden voor niet-begeleide minderjarigen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een ontwerp van koninklijk besluit goed dat een uitzonderlijke en tijdelijke toelage mogelijk maakt aan de verenigingen waarmee de dienst Voogdij protocolakkoorden heeft afgesloten.
De oorlog in Oekraïne heeft ook gevolgen voor de dienst Voogdij van de FOD Justitie. Er wordt verwacht dat ongeveer 1.400 niet-begeleide Oekraïense minderjarigen naar ons land zouden kunnen komen, vaak met complexe profielen die extra begeleiding vereisen.
De dienst Voogdij registreerde reeds 975 Oekraïense niet-begeleide minderjarigen. Voor 115 werd al een voogd aangesteld. De dienst beheert de voogden door hen te selecteren, op te leiden en de lopende voogdijen sociaal en administratief op te volgen en heeft daarvoor met vier verenigingen een protocolakkoord afgesloten: het Rode Kruis Vlaanderen, CAW Brabantia, Seso en SETM.
De voogdijen lopen tot iemand de leeftijd van 18 heeft bereikt en de verwachting is dat de Oekraïense niet-begeleide minderjarigen voor een langere tijd op het Belgisch grondgebied zullen verblijven. Hierdoor zal ook in 2023 en mogelijk 2024 nog een groot aantal minderjarige Oekraïners moeten opgevolgd worden en een voogd toegewezen krijgen.
Om geen tijd verloren te laten gaan in de procedure tot aanwerving van de werknemer-voogden, wordt een tijdelijk en uitzonderlijke toelage toegekend aan de verenigingen voor het aanwerven van extra werknemer-voogden, waarbij de reële kost van een nieuwe voogd wordt terugbetaald na het overmaken van de rechtvaardigingsstukken.
Ontwerp van koninklijk besluit houdende toekenning van een uitzonderlijke en tijdelijke subsidie aan de verenigingen waarmee de dienst Voogdij protocolakkoorden heeft afgesloten in uitvoering van de artikelen 7bis en 13, §3 van het koninklijk besluit van 22 december 2003, en laatst gewijzigd bij besluit van 6 december 2018