Zwangere werkneemsters beter beschermd tegen ontslag
Brussel, 17 februari 2023 - De Brusselse arbeidsrechtbank heeft een werkgever veroordeeld die een werkneemster één dag na het einde van de ontslagbeschermingsperiode heeft ontslagen. Haar ontslag werd namelijk al tijdens de beschermingsperiode voorbereid en dat is verboden. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen benadrukt dat zwangerschaps- en moederschapsdiscriminatie nog al te vaak voorkomt op de arbeidsmarkt.
Mevrouw H. werkte als personeelsverantwoordelijke toen ze zwanger werd. Wettelijk gezien was ze beschermd tegen ontslag vanaf het moment dat ze haar werkgever van haar zwangerschap op de hoogte bracht tot één maand na afloop van haar moederschapsrust. Mevrouw H. werd echter de dag daarna ontslagen. De werkgever beriep zich daarbij op een reorganisatie. Mevrouw H. besloot haar ontslag aan te vechten. Het Instituut sloot zich aan bij de procedure.
In het vonnis oordeelt de Brusselse arbeidsrechtbank dat de ontslagbescherming van toepassing was. Hoewel het ontslag na de beschermingsperiode werd meegedeeld, werd de beslissing voordien al genomen en werden er toen al voorbereidingen voor het ontslag getroffen. De rechtbank oordeelde dat het niet redelijkerwijs denkbaar was dat de werkgever het ontslag in één dag had georganiseerd. De werkgever dient het slachtoffer een beschermingsvergoeding te betalen die gelijk is aan zes maanden brutoloon.
Topje van de ijsberg
In 2022 won het Instituut verschillende rechtszaken met betrekking tot discriminatie op grond van moederschap. Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut, merkt op: "Het is bemoedigend dat steeds minder vaak aanvaard wordt – in de samenleving en in de rechtspraak – dat moeders gediscrimineerd worden.”
Toch blijven zwangerschap en moederschap gronden voor discriminatie of intimidatie op het werk die vaak aan het Instituut worden gemeld: bijna een op de drie meldingen in het domein werk (29%) heeft betrekking op zwangerschap of moederschap. “En dit cijfer is nog maar het topje van de ijsberg”, voegt Liesbet Stevens nog toe. "De wetgeving die zwangere en recent bevallen werkneemsters tegen ontslag beschermt, is steeds vaker bij zowel werkneemsters als werkgevers bekend. Maar zwangere werkneemsters of werkneemsters die terugkeren uit zwangerschapsverlof zijn zich niet altijd bewust van de precieze draagwijdte van die bescherming. Zoals in dit geval, wanneer de werkgever de wet probeert te omzeilen. Of wanneer een werkgever de werkneemster onder druk zet om ontslag te nemen, of beslist om haar contract niet te verlengen van zodra de zwangerschap wordt gemeld, hoewel was overeengekomen dat dit wel zou gebeuren. Al deze situaties zijn verboden", aldus Liesbet Stevens, die besluit: "Door deze veroordelingen bekend te maken, wil het Instituut zwangere vrouwen op het werk en vrouwen die terugkeren uit moederschapsverlof beter informeren over hun rechten."
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht in december 2002 en is de onafhankelijke federale overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op grond van geslacht. Het Instituut doet dit door het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Het Instituut streeft naar het verankeren van de gelijkheid van vrouwen en mannen als een vanzelfsprekendheid in de samenleving en dit zowel in de mentaliteit als in het handelen.
Slachtoffers van discriminatie op grond van geslacht kunnen zich gratis en in alle vertrouwelijkheid laten informeren over hun rechten of een klacht indienen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen via het gratis telefoonnummer 0800/12 800 of via zijn website http://igvm-iefh.belgium.be.