RSZ neemt actief deel aan de Blue Heart Campaign tegen mensenhandel
Vandaag, 30 juli 2019, is het Werelddag tegen de Mensenhandel. Onder de vlag van de Blue Heart Campaign spreken organisaties overal ter wereld zich uit tegen de mensenhandel. Als een actieve partner in de strijd tegen deze moderne vorm van slavernij, ondersteunt de RSZ ondersteunt deze actie.
Mensenhandel is een wereldwijd probleem, dat vooral de zwaksten in de samenleving treft. De Blue Heart Campaign van de UNOCD (United Nations Office on Drugs and Crime) vraagt daarom extra aandacht voor deze problematiek. De campagne roept overheden, bedrijven en burgers op om actie te ondernemen tegen mensenhandel. Het symbool van de campagne is een blauw hart, dat niet alleen het leed van de slachtoffers uitdrukt, maar ook de ongevoeligheid daarvoor van de mensenhandelaars. Wie het symbool zichtbaar draagt, toont zijn solidariteit met de slachtoffers van mensenhandel.
Ook in België
De RSZ steunt de Blue Heart Campaign. Ook in België doen zich immers situaties van uitbuiting voor waar slachtoffers van mensenhandel bij betrokken zijn. De RSZ-inspectie kwam in 2018 56 gevallen op het spoor waarin er indicaties waren van mensenhandel, waarbij 65 potentiële slachtoffers betrokken waren.
Toch blijft de detectie van potentiële slachtoffers van mensenhandel nog een pijnpunt. Heel wat situaties waarin arbeidskrachten worden uitgebuit worden nog niet vroeg genoeg opgespoord. Dat komt enerzijds door een gebrek aan voldoende kennis van de problematiek bij de diverse actoren op het terrein, en anderzijds door een capaciteitsprobleem van de verschillende betrokken diensten.
Hoe gaat de RSZ om met mensenhandel?
Allereerst bereidt de RSZ zijn inspecteurs terdege voor op situaties van uitbuiting door hen te informeren en sensibiliseren. De belangen van de slachtoffers moeten altijd voorop staan. Inspecteurs moeten er alles aan moeten doen om slachtoffers naar een erkend opvangcentrum te verwijzen. Toch zijn slachtoffers daar vaak moeilijk van te overtuigen. Sommigen van hen hebben niet het gevoel dat ze worden uitgebuit, omdat hun vroegere situatie nóg slechter was.
Inspecteurs hebben in de eerste plaats een belangrijke informerende rol. Zij wijzen slachtoffers op hun rechten en de bijstand die ze kunnen krijgen, bijvoorbeeld om niet-betaalde lonen te recupereren. Er bestaat een speciale beschermingsprocedure voor vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel, en ook daarover worden slachtoffers ingelicht. Een meertalige brochure helpt daarbij. De informatieplicht geldt niet alleen ten aanzien van de slachtoffers: inspecteurs moeten een potentiële uitbuitingssituatie onmiddellijk aan de referentiemagistraat rapporteren.
Anders dan in andere onderzoekssituaties, ziet de RSZ in gevallen van mensenhandel de lage lonen en lange werktijden niet louter als een sociaalrechtelijke inbreuk maar vooral als indicatoren die een situatie van uitbuiting bewijzen.
Ten slotte is het beleid van RSZ-inspecteurs er steeds meer op gericht om elementen te verzamelen waarmee de slachtoffers een financiële compensatie kunnen verkrijgen . Zo maken zij een vermogensvoordeelberekening, die de weg opent voor inbeslagnames en verbeurdverklaringen. Ze onderzoeken ook grondig de aard en omvang van de geleverde prestaties, zodat de verschuldigde lonen kunnen worden vastgesteld. Van de verschuldigde lonen en de geleverde prestaties doen de inspecteurs aangifte bij de RSZ, zodat daarop de correcte sociale bijdragen kunnen worden berekend.