Forfaitaire bijdrage voor patiënten van spoedgevallenzorg
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en van de heer Jef Tavernier, Minister van Volksgezondheid, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot uitvoering van artikel 107quater van de wet op de ziekenhuizen (*).
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en van de heer Jef Tavernier, Minister van Volksgezondheid, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot uitvoering van artikel 107quater van de wet op de ziekenhuizen (*).
Het ontwerp bepaalt het bedrag dat de ziekenhuizen mogen vorderen ten aanzien van patiënten die zich aanbieden op een eenheid voor spoedgevallenzorg. Dit bedrag wordt vastgesteld op 12,50 euro. Het bedoeld forfaitair bedrag mag niet worden gevorderd indien de patiënt in de eenheid voor spoedgevallenzorg wordt binnengebracht bij toepassing van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, indien de patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis of er gedurende tenminste 12 uren wordt geobserveerd of indien de patiënt is doorverwezen door een arts. Deze maatregel brengt geen administratieve meerlast met zich mee voor de burgers, doch een beperkte meerlast voor de ziekenhuizen en de administratie. Het ontwerp werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State. (*) gecoördineerd op 7 augustus 1987.