Niet-gebruik van de waarderingsmethode
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed houdende het niet-gebruik van de waarderingsmethode op basis van de waarde in het economisch verkeer voor de financiële instrumenten, de «fair value» methode.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed houdende het niet-gebruik van de waarderingsmethode op basis van de waarde in het economisch verkeer voor de financiële instrumenten, de «fair value» methode.
Het ontwerp voorziet een gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (*) van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen. De richtlijn is ook gekend als de 'fair value richtlijn'. Aangezien de IAS normen 32 en 39 nog niet zijn goedgekeurd door de Europese Commissie via de comitologie procedure voorzien in de EG-Verordening 1606/2002, betreffende de toepassing van de internationale boekhoudnormen, zet dit ontwerp reeds de bepalingen van de fair value richtlijn om, die betrekking hebben op de informatie over het niet-gebruik van de «fair value» waarderingsmethode die men in de toelichting bij de jaarrekening moet opnemen. Daarnaast dient men ook gegevens over risicobeheer in het verslag van de raad van bestuur op te nemen. Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd. (*) 2001/65/EG, tot wijziging van de Richtlijn 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG.