Niet-conventionele praktijken
Benoeming van de leden van de kamers "homeopathie", "chiropraxie", "osteopathie" en "acupunctuur"
Benoeming van de leden van de kamers "homeopathie", "chiropraxie", "osteopathie" en "acupunctuur"
Op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx keurde de ministerraad vier ontwerpen van koninklijk besluit goed rond de benoeming van de leden van de kamers "homeopathie", "chiropraxie", "osteopathie" en "acupunctuur".
De wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake geneeskunde, artsenijbereidkunde, kinesitherapie, verpleegkunde en paramedische beroepen voorziet in de oprichting van deze kamers.
Die kamers worden belast met het opstellen van de criteria die de zogenaamde "niet-conventionele" praktijken omkaderen. Zo kan elke beoefenaar van deze praktijken die aan de vastgestelde criteria beantwoordt individueel worden erkend.
De benoeming van de leden van die vier kamers moet gebeuren vooraleer de paritaire commissie wordt opgericht. Die paritaire commissie is belast met het bepalen van de algemene criteria voor de beoefening van alle niet-conventionele praktijken.
Elke kamer bestaat minstens uit:
- vijf vaste leden en vijf plaatsvervangende leden die worden voorgedragen door de faculteiten geneeskunde en die ertoe gemachtigd zijn de geneeskunde te beoefenen, waaronder minstens één huisarts;
- vijf vaste leden en vijf plaatsvervangende leden die de betrokken niet-conventionele praktijk beoefenen en die worden voorgedragen door een erkende beroepsvereniging.
De leden van de kamers worden benoemd voor een termijn van zes jaar. De kamers bestaan uit maximum zestien effectieve leden en evenveel plaatsvervangende leden.