Minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen - tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Energie en Duurzame Ontwikkeling Marie Christine Marghem en minister van Economie Kris Peeters in tweede lezing een voorontwerp van wet goed over minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen.
Het voorontwerp van wet wijzigt de wet over de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen moeten bevatten. Het werd aangepast aan het advies van de Raad van State. Elke maatschappij dient te garanderen en te bewijzen dat het volume van elk type diesel dat jaarlijks voor verbruik wordt uitgeslagen, minstens een maximaal volume FAME bevat dat overeenkomt met een gelijk percentage of met het maximale percentage dat werd vastgelegd.
Ten gevolge van het arrest van 7 mei 2015 van het Grondwettelijk Hof en de schrapping van artikel 7 §2, 3 en 6 van de wet van 17 juli 2013 (wet over de minimale nominale volumes duurzame brandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen moeten bevatten) legt de Belgische wetgeving het bijmenggehalte van duurzame biobrandstoffen in diesel niet meer vast en beantwoordt ze niet meer aan de Europese verplichtingen. Het Grondwettelijk Hof heeft het verschil in behandeling tussen de producenten van FAME en de producenten van andere duurzame biobrandstoffen, zoals HVO, ongrondwettelijk geacht. Het Hof is van mening dat de biobrandstofffen van de eerste generatie in de brandstof voor dieselmotoren niet mogen worden bevoordeeld ten nadele van de biobrandstoffen van de tweede generatie.
Het voorontwerp van wet heeft als doel de rechtszekerheid te verzekeren en zo aan het arrest van het Grondwettelijk Hof tegemoet te komen. Het verduidelijkt artikel 5 en behoudt categorieën A, B en C (A is biobrandstof waarvoor een Europese of Belgische norm bestaat, B en C is biobrandstof waarvoor nog geen Europese of Belgische normen bestaan maar waarvan het gebruik wordt toegestaan door de minister).
Het verschil in behandeling ten opzichte van het bijmenggehalte wordt afgeschaft. Het nieuwe regime van artikel 7 behoudt hetzelfde percentage van +/- 5% in termen van energie maar schaft het verschil in behandeling tussen FAME (Fatty Acid Methyl Ester of methylestervetzuur - 1e generatie) en HVO (hydrotreated vegetable oils) af. Dat betekent dat FAME gedeeltelijk kan vervangen worden door nominale volumes van categorie B of C die overeenstemmen met 1,5% FAME, met andere woorden biobrandstoffen van de 2e generatie.
Het hoofddoel van het wetsontwerp is het verzekeren van de rechtszekerheid, het behouden van de stabiliteit op de markt van de duurzame biobrandstoffen en het behalen van de Europese streefcijfers voor het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in het vervoer.
Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 over de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten