Justitie binnen het Globaal Plan
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, ging de Ministerraad akkoord met de toekenning van de kredieten voor het afsluiten van een reeks nieuwe overeenkomsten in het kader van het luik "justitie binnen het Globaal Plan" (*). Het Globaal Plan, dat in de eerste plaats een tewerkstellingsplan is, voorziet in een aantal maatregelen ter bevordering van de veiligheid en de preventie.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, ging de Ministerraad akkoord met de toekenning van de kredieten voor het afsluiten van een reeks nieuwe overeenkomsten in het kader van het luik "justitie binnen het Globaal Plan" (*). Het Globaal Plan, dat in de eerste plaats een tewerkstellingsplan is, voorziet in een aantal maatregelen ter bevordering van de veiligheid en de preventie.
Dankzij het Globaal Plan kan de Minister van Justitie de Minister van Binnenlandse Zaken verzoeken aan de steden/gemeenten een toelage ter beschikking te stellen voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel, op voorwaarde dat de steden/gemeenten daartoe een overeenkomst afsluiten met de Minister van Justitie. (**) Het aangeworven personeel wordt dan belast met de omkadering van één of meerdere alternatieve gerechtelijke maatregelen ter vervanging van de gevangenisstraf, de voorlopige hechtenis of de vervolging, meer bepaald: - de dienstverlening en de opleiding; - de bemiddeling in strafzaken; - de alternatieve maatregelen ter vervanging van de voorlopige hechtenis; - de alternatieve maatregelen ter vervanging van een beslissing door de jeugdrechter, "diversiemaatregelen" genoemd. Sinds de inwerkingtreding van de wet van 17 april 2002 worden personen, die veroordeeld zijn tot de uitvoering van een werkstraf, binnen het kader van de gesubsidieerde projecten omkaderd. De hoofddoelstellingen van deze alternatieve gerechtelijke maatregelen zijn: - de bewustmaking van de delinquenten dat hun gedrag rechtstreeks en onrechtstreeks schade toebrengt aan de kwaliteit van het leven, en de strijd tegen de bagatellisering van dergelijke gedragingen; - het aantal en de duur van opsluitingen van personen in het kader van de wet op de voorlopige hechtenis beperken; - het gevoel van straffeloosheid voorkomen dat wordt veroorzaakt door een sepot in de gevallen die een georganiseerde maatschappelijke reactie vereisen, zonder dat daarbij korte gevangenisstraffen moeten uitgesproken en ten uitvoer gelegd worden; - aan deze personen de mogelijkheid bieden een opleiding te volgen door hen in een professionele context een activiteit te laten uitoefenen; - de resocialisatie vergemakkelijken van personen die minder ernstige feiten hebben gepleegd; - de plaatselijke administratieve instanties betrekken bij geloofwaardige initiatieven die een vermindering van de criminaliteit beogen; - het zinvol herstel van de persoonlijke en maatschappelijke materiële en immateriële schade en het garanderen van de rechten van het slachtoffer; - de recidive verminderen. Het totale budget voor 2003 bedraagt 5.243.328,24 euro. Het betreft 79 steden en gemeenten, het maakt de recrutering mogelijk van 163 personen voor een totaal van 151 voltijds equivalenten. De nieuwe reeks van projecten (voor 12 steden en gemeenten), die door de Ministerraad werd goedgekeurd, vertegenwoordigt een financiële tussenkomst van 257.809,28 euro en levert 12 nieuwe banen op. In deze nieuwe reeks projecten vormen de aanvragen van projecten die instaan voor de omkadering van autonome werkstraffen en dienstverleningen de meerderheid. Tot op heden werden reeds 1.203 dossiers autonome werkstraffen geregistreerd. Deze dossiers, toegevoegd aan de dossiers behandeld in het kader van een dienstverlening, brengen binnen de meeste arrondissementen een werkoverlast met zich mee. Via het uitbreiden van dit aanbod wordt in een betere omkadering van deze maatregel voorzien en wordt het uitspreken van alternatieve gerechtelijke maatregelen bevorderd. (*) goedgekeurd door de Ministerraad van 18 november 1993. (**) wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen en door de wet van 25 mei 1999.