Inzetten personeelsleden overheidsbedrijven
Op voorstel van mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, de heer Johan Vande Lanotte, Minister van Overheidsbedrijven, en de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed, betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven De Post en Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming.
Op voorstel van mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, de heer Johan Vande Lanotte, Minister van Overheidsbedrijven, en de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed, betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven De Post en Belgacom in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming.
De twee ontwerpen behandelen de inschakeling van 36 personeelsleden van niveau C en 12 personeelsleden van niveau D afkomstig voor de helft van De post en de helft van Belgacom, bij FOD Sociale Zekerheid als uitvoering van het koninklijk besluit (*) over de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap. Dit koninklijk besluit bepaalt namelijk dat er ambtshalve wordt overgegaan tot een herziening van het recht op de inkomensvervangde tegemoetkoming en het recht op de integratievergoeding, vijf jaar na de eerste ingangsdatum van de laatste beslissing waarbij een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming werd toegekend. De herziening van het recht wordt sinds een aantal jaar niet meer doorgevoerd, omwille van een tekort aan personeel op de diensten. De herziening heeft als doel het bedrag van de tegemoetkomingen aan te passen aan de werkelijke situatie van de begunstigden. Tijdens de periode van vijf jaar kunnen er immers een aantal wijzigingen hebben plaatsgevonden aangaande het inkomen of de gezinssituatie van de begunstigden, die niet spontaan werden gemeld. (*) artikel 23, §1 bis, 3° van het koninklijk besluit van 22 mei 2003.