Internationaal verdrag
Opheffing van het verbod op opslag van koolstofdioxide in de noordoostelijke Atlantische Oceaan
Opheffing van het verbod op opslag van koolstofdioxide in de noordoostelijke Atlantische Oceaan
België treedt de wijzigingen van bijlagen II en III bij het verdrag van Parijs van 22 september 1992* inzake de bescherming van het mariene milieu van de noordoostelijke Atlantische Oceaan bij. Ze heffen het verbod om koolstofdioxide in de oceaan op te slaan op.
Om de opwarming van de aarde te beperken, streeft de EU naar een reductie van broeikasuitstoot met 20% tegen 2020. Een van de mogelijkheden is om koolstofdioxide van bij de bron op te slaan in geologische formaties, onder andere in voormalige gas- en olievelden in de oceaan. Het verdrag voor de bescherming van het mariene milieu diende daarvoor te worden aangepast. Het verbod van opslag op de zeebodem blijft gelden, maar het principiële verbod wordt opgeheven. De overheden die de vergunningen voor de opslag toekennen zijn verplicht de richtlijnen van het verdrag voor de risicobeoordeling en het risicobeheer van de opslag van koolstofdioxide in geologische formaties te respecteren. De opslag mag geen negatieve effecten hebben op het leefmilieu, de menselijke gezondheid en het rechtmatige gebruik van de zee.
De ministerrad keurt het voorontwerp dat minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere voorlegde goed. Na advies van de Raad van State zal het ter instemming aan het parlement worden voorgelegd.
* 29 juni 2007.