Instemming met de overeenkomst tussen België en Argentinië die de familie van personeelsleden van diplomatieke posten toelaat betaalde werkzaamheden te verrichten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders een voorontwerp van wet goed dat instemt met de overeenkomst tussen België en Argentinië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door de gezinsleden ten laste van het personeel van de diplomatieke zendingen en consulaire posten.
De overeenkomst, gedaan te Brussel op 20 april 2017, heeft als doel om op basis van wederkerigheid het verrichten van betaalde werkzaamheden (als loontrekkende of zelfstandige) te vergemakkelijken voor gezinsleden ten laste van in België aangestelde ambtenaren en andere personeelsleden van Argentijnse diplomatieke zendingen en consulaire posten en, omgekeerd, van Belgen aangesteld in Argentinië. De begunstigden van de overeenkomst zijn de wettelijke partner, echtgeno(o)t(e) en de ongehuwde kinderen jonger dan achttien jaar van diplomatieke of consulaire ambtenaren en de wettelijke partner of echtgeno(o)t(e) van de andere personeelsleden van de diplomatieke zendingen en consulaire posten, behalve als het personeelslid van de zending of post een onderdaan van de ontvangende Staat is of er vast verblijfhouder is.
De overeenkomst bepaalt dat de civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht niet van toepassing is op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden. In het kader van het verrichten van deze werkzaamheden voorziet de overeenkomst dat de Zendstaat afstand doet van immuniteit van rechtsmacht in strafzaken. Ten slotte bepaalt de overeenkomst dat de begunstigden onderworpen zijn aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de ontvangende staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met de uitoefening van hun betaalde werkzaamheden.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.