Instemming met de nieuwe akkoorden met betrekking tot de Internationale Opsporingsdienst
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders een voorontwerp van wet goed houdende instemming met de nieuwe akkoorden over de Internationale Opsporingsdienst.
De Internationale Opsporingsdienst (ITS/International Tracing Service) te Bad Arolsen (Duitsland) is een documentatie- , informatie- en onderzoekscentrum over de vervolging, dwangarbeid en de Holocaust onder het Nationaalsocialisme. Het bevat documentatie over miljoenen slachtoffers.
Op 6 juni 1955 ondertekenden de regeringen van België, Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Griekenland, Israel, Italië, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een akkoord om een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst op te richten. Met dit akkoord engageerde de Bondsrepubliek Duitsland zich ertoe om de financiële lasten van de Internationale Opsporingsdienst op zich te nemen.
Vandaag telt de Internationale Commissie 11 leden. Ze is ze belast met het toezicht op de activiteiten van de instelling. De Internationale Opsporingsdienst ITS werd initieel opgericht met een uitsluitend humanitair doel, met name het verstrekken van informatie over het lot van slachtoffers van het naziregime en het herenigen van families.
Op 16 mei 2006 werd besloten de akkoorden van Bonn uit 1955 te wijzigen, zodat in de toekomst de informatie in de archieven ook voor historisch onderzoek beschikbaar zou zijn.
Aangezien de missie van de Internationale Opsporingsdienst steeds meer verschuift van het humanitaire naar het historische onderzoek besloot het Internationale Rode Kruis, dat gedurende 57 jaar de leiding van de instelling op zich had genomen, zich terug te trekken vanaf 31 december 2012. De Duitse Federale Archieven, waarmee gelijktijdig met de nieuwe overeenkomst een partnerschapsovereenkomst werd gesloten, vormen voortaan de institutionele partner van de Internationale Opsporingsdienst.
De aankondiging van de terugtrekking van het Internationale Rode Kruis gaf de aanzet tot een reflexie op de teksten die de werking van de Internationale Opsporingsdienst regelen, wat tot hun heronderhandeling leidde. Het akkoord ondertekend in Berlijn op 9 december 2011 is hiervan het resultaat.