Inkomensgarantie voor ouderen
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed (*) betreffende de wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed (*) betreffende de wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.
Het eerste ontwerp voorziet het optrekken van het basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen met 10 euro per maand, en dit op 1 september 2004, 1 december 2005, 1 december 2006 en 1 december 2007. Het tweede ontwerp voorziet, binnen het kader van de inkomensgarantie voor ouderen, dat de gerechtigden die met hun kinderen samenwonen als alleenstaande worden beschouwd en het verhoogd basisbedrag ontvangen, zonder rekening te houden met de bestaansmiddelen van de kinderen bij wie ze wonen. Deze maatregel treedt in werking op 1 mei 2004. (*) - koninklijk besluit tot wijziging van artikel 6, § 1, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen; - koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, § 2, derde lid en van artikel 7, § 1, derde lid en § 2, tweede lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.