Herinvoering van het recht op betaalde afwezigheid voor de vaccinatie tegen het COVID-19-coronavirus
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne een voorontwerp van wet goed over de herinvoering van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19.
Om ons te beschermen tegen een eventuele besmettingsgolf in de winter heeft de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid beslist om vanaf begin september een herfstbooster tegen COVID-19 aan te bieden. Meer concreet is het de bedoeling, met de winter in zicht, om vanaf september iedereen van 18 jaar en ouder de kans te geven zich een herfstbooster te laten toedienen.
Daarom dient het recht op betaalde afwezigheid van het werk, dat tot 30 juni 2022 van toepassing was in het kader van de wet van 28 maart 2021 houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19, opnieuw te worden ingevoerd vanaf 1 oktober 2022 tot en met 31 december 2022. Indien de omstandigheden het vereisen, kan deze einddatum bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad worden uitgesteld tot uiterlijk 31 maart 2023.
Concreet komt het voorstel erop neer dat elke werknemer met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever opnieuw het recht krijgt om van het werk afwezig te zijn, met loonbehoud, om zich te laten vaccineren, en dit gedurende de hiervoor nodige tijd.
De werknemer heeft dit recht eveneens om een minderjarig kind dat met hem samenwoont te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om dit kind te laten vaccineren, of om een meerderjarige met een handicap of onder voogdij te begeleiden, ongeacht of het om zijn eigen kind gaat of om iemand over wie de werknemer het wettelijk voogdijschap uitoefent, en dit gedurende de hiervoor nodige tijd.
Om loongerechtigd te zijn moet de werknemer zijn werkgever vooraf verwittigen, zodra hij het tijdstip of het tijdslot van de vaccinatie kent. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer hiervan het bewijs voor te leggen. Hij moet het verlof gebruiken voor het doel waarvoor het is toegestaan.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.