Grensoverschrijdende samenwerkingsakkoorden in het kader van de strijd tegen rondtrekkende dadergroeperingen
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad de nota goed met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerkingsakkoorden in het kader van de strijd tegen rondtrekkende dadergroeperingen.
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad de nota goed met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerkingsakkoorden in het kader van de strijd tegen rondtrekkende dadergroeperingen.
Inventaris van de samenwerkingsakkoorden Deze nota maakt een inventaris op van de bilaterale en multilaterale akkoorden die door België werden afgesloten teneinde de grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden, waarbij tegelijk het vrije verkeer van personen en goederen vergemakkelijkt wordt. Bilaterale akkoorden werden immers afgesloten met Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Groot-Brittannië, Duitsland alsook met een aantal landen van Centraal- en Oost-Europa, zoals Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Rusland, Slovakije, Slovenië en Tsjechië. De multilaterale akkoorden hebben betrekking op de Benelux en de Europese Gemeenschap. Contacten en/of formele onderhandelingen zijn ook aan de gang met Albanië (de bescherming van personengegevens is er problematisch), Kroatië (onderhandelingen in eindfase), Macedonië, Oekraïne en Servië-Montenegro. Hierbij moet worden genoteerd dat deze akkoorden voornamelijk betrekking hebben op de politionele overheden van de ondertekenende Staten. De gezamenlijke acties en de verzoeken om bijstand moeten niet worden behandeld door de gerechtelijke autoriteiten. Die halen echter ook voordelen uit deze akkoorden, aangezien de samenwerking tussen de politiediensten de snelle afwerking van de pre-gerechtelijke fase van de vervolgingen makkelijker maakt. Evaluatie van de samenwerkingsakkoorden De nota evalueert bovendien de werking van deze akkoorden, onder meer op basis van de ervaringen op het terrein van magistraten en politiediensten, en schetst de hoofdlijnen van enkele pistes met het oog op de versterking van de grensoverschrijdende samenwerking, via nieuwe instrumenten of acties op het terrein. Op het gebied van de strijd tegen de grensoverschrijdende criminaliteit beschikt België over een brede waaier aan akkoorden met de buurlanden. De operationele coördinatiestructuren werden geschapen of zullen dat binnenkort worden. Toch blijven er hinderpalen betreffende de optimale werking en de praktische regelingen bestaan. Die zijn van juridische en organisatorische aard. Bovendien heeft de Ministerraad zijn goedkeuring gehecht aan bepaalde oriënteringen met het oog op de ontwikkeling en de verrijking van de bestaande akkoorden alsook het verderzetten van de onderhandelingen met andere landen van Centraal- en Oost-Europa. Op voorstel van vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael zal werk gemaakt worden wat Frankrijk betreft van het recht van staandehouding toe te staan aan Belgische agenten. Dit recht is nodig om de gemeenschappelijke patrouilles vanuit het bestaande gemeenschappelijk commissariaat in Doornik mogelijk te maken. In Beneluxverband wordt verder gestreefd naar een verregaand politieakkoord met Nederland en Luxemburg om te komen tot één politieruimte. Met Duitsland wordt een nieuw bilateraal politieakkoord bestudeerd en met het Verenigd Koninklijk worden akkoorden afgesloten voor samenwerking inzake grenscontrole in treinen.