Gedetacheerde werknemers
Toekenning van een vorderingsrecht voor gedetacheerde werknemers
Toekenning van een vorderingsrecht voor gedetacheerde werknemers
De ministerraad keurde in tweede lezing het voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen. Het voorontwerp houdt rekening met het advies van de Nationale Arbeidsraad. Werknemers die naar België zijn gedetacheerd hebben niet de mogelijkheid hun rechten in België te laten gelden, wanneer de werkgever hun loon-, arbeids- en tewerkstellingsvoorwaarden niet naleeft. Ze kunnen zich wenden tot het land waar hun arbeidsovereenkomst normaal wordt uitgevoerd of kunnen een strafrechtelijke klacht met burgerlijke partijstelling neerleggen. Om hieraan te verhelpen kent het voorontwerp een vorderingsrecht toe aan de gedetacheerde en aan de werknemers- en werkgeversorganisaties voor de Belgische rechtbanken. Dankzij dit vorderingsrecht kan de gedetacheerde werknemer de naleving van Belgische voorwaarden afdwingen. Op die manier kan men sociale dumping van goedkope arbeidskrachten tegengaan. Het principe van het vorderingsrecht keurde de ministerraad al op 24 februari 2006 goed. Het voorontwerp is een voorstel van Minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven.