Fiscaal akkoord eilanden
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed, houdende bepalingen die gelijkwaardog zijn aan de bepalingen die, wat België betreft, zijn voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Aguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed, houdende bepalingen die gelijkwaardog zijn aan de bepalingen die, wat België betreft, zijn voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Aguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden.
De Richtlijn (*) van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen legt aan de lidstaten van de Europese Unie een aantal regels op met betrekking tot de belastingheffing van inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen. Het doel van deze Richtlijn is het mogelijk te maken dat rentebetalingen, die in een lidstaat worden verricht aan een uiteindelijk gerechtigde die een natuurlijke persoon is en inwoner van een andere lidstaat, effectief worden belast in de woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde, overeenkomstig de belastingwetgeving van die Staat. Gedurende een overgangsperiode passen drie lidstaten (België, Oostenrijk en Luxemburg) op die op hun grondgebied uitgekeerde betalingen evenwel een bronbelasting toe die in België woonstaatheffing wordt genoemd. De Richtlijn werd omgezet in het Belgisch recht door de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de Richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkom-sten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004. De lidstaten passen de bepalingen van de Richtlijn toe vanaf 1 juli 2005, meer bepaald op voorwaarde dat er overeenkomsten worden afgesloten met sommige afhankelijke of geassocieerde gebieden en dat die gebieden vanaf dezelfde datum de automatische gegevensuitwisseling toepassen waarin is voorzien door de Richtlijn, of dat ze gedurende de overgangsperiode de bronbelasting toepassen waarin is voorzien door de Richtlijn. Het voorontwerp van wet beoogt een daadwerkelijke toepassing vanaf 1 juli 2005 van de internationale verbintenissen die België is aangegaan. (*) 2003/48/EG.