Europees Verdrag inzake cinematografische coproductie
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het Europees Verdrag inzake cinematografische coproductie.
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het Europees Verdrag inzake cinematografische coproductie.
Het Verdrag van de Raad van Europa is een antwoord op de vraag naar harmonisering van de bestaande toestand. De bepalingen die in dit Verdrag worden vastgelegd regelen de betrekkingen inzake multilaterale cinematografische film producties tussen de Staten. Het is van toepassing op coproducties waarbij minstens drie Staten zijn betrokken en die beantwoorden aan de omschrijving van Europees cinematografisch werk. In het Verdrag zijn ook beoordelingscriteria vastgelegd. Het Verdrag bepaalt de status van de multilaterale coproducties die aanspraak kunnen maken op de voordelen die aan nationale films worden toegekend, de voorwaarden voor het verkrijgen van de coproductiestatus, de rechten van coproducenten, de verhouding tussen de financiële inbreng van de coproducenten enz. Het Verdrag vergemakkelijkt het werk van onze producenten en het werk dat het Fonds Eurimages van de Raad van Europa sinds 1989 levert ten behoeve van de Europese coproducties. Het Verdrag werd goedgekeurd door de Gemeenschappen en Gewesten. Het is thans van kracht in Azerbeidzjan, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Griekenland, Hongarije, Ierland, Ijsland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Slowakije, Slovenië, Spanje, de Tsjechische Republiek, het Verenigd Koninkrijk, Zweden. De tekst van het Verdrag (STE nr. 147) kan worden geraadpleegd op de site van de Raad van Europa: http://conventions.coe.int.