Elektronische identiteitskaart
Verlenging van de geldigheidsduur van de elektronische identiteitskaart
Verlenging van de geldigheidsduur van de elektronische identiteitskaart
De ministerraad heeft een voorontwerp van wet (*) goedgekeurd dat de geldigheidsduur van de elektronische identiteitskaart verlengt van 5 tot 10 jaar.
De maatregel, die werd voorgesteld door minister van Binnenlandse Zaken en minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne, past in de wens van de regering om de administratieve en financiële lasten voor de burgers te verminderen en om de taken van de gemeenten te beperken.
Door de verdubbeling van de geldigheidsduur van de identiteitskaart zal de burger slechts één keer in 10 jaar de kosten voor de aanmaak van de identiteitskaart en voor de pasfoto moeten betalen. Ook hebben de gemeenten hierdoor minder werk, zodat ze meer tijd en middelen hebben om andere identiteitsdocumenten af te leveren zoals rijbewijzen en paspoorten.
Afwijkingen zijn echter mogelijk voor personen ouder dan 75 jaar (langere geldigheidsduur) en voor jongeren tussen 12 en 18 jaar (kortere geldigheidsduur).
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
(*) tot wijziging van de wet van 19 juli 1991.