Doorgeleiding van personen via een Belgische transitluchthaven
Omzetting van de Europese richtlijn over de doorgeleiding van personen die men via de lucht terugzendt
Omzetting van de Europese richtlijn over de doorgeleiding van personen die men via de lucht terugzendt
De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed dat de ondersteuning regelt bij de doorgeleiding van personen die met een vliegtuig naar hun land worden teruggezonden. Het voorontwerp dat minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael voorstelde, zet de richtlijn betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht van de Raad van de Europese Unie in Belgisch recht om (2003/110.EG).
De richtlijn voorziet in de wederzijdse ondersteuning van de lidstaten wanneer ze van transitluchthavens gebruik maken om niet EU-bugers naar hun land terug te zenden. Het voorontwerp bepaalt op welke wijze de ondersteunende maatregelen worden uitgevoerd. Het wijst de minister of zijn gemachtigde en de dienst grensconrole van de luchtvaartpolitie van de Federale politie als verantwoordelijken aan. Ze moeten de ondersteunende maatregelen uitvoeren als een lidstaat die een persoon via een Belgische transitluchthaven wil terugzenden, erom verzoekt. Het voorontwerp creëert een wettelijke basis voor een praktijk die in België al bestaat.
Voor de uitvoering van de maatregel houdt de Belgische overheid zich aan de internationale verplichtingen. De doorgeleiding door de lucht wordt immers niet toegestaan wanneer er voor de persoon in het land van doorreis of bestemming een risico bestaat op een onmenselijke of vernederende behandeling, foltering of doodstraf, of wanneer het leven of de vrijheid van de persoon bedreigd is wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, sociale groep of politieke overtuiging.