'Dode hand' 2021
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden vijf ontwerpen van koninklijk besluit goed die het bijzonder krediet voor 2021 berekenen en verdelen over de gemeenten, gewesten en de agglomeratie Brussel waar eigendommen gelegen zijn die vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing.
Voor de gemeenten bedraagt het bijzondere krediet 103.092.338 euro voor 2021. Hun aandeel verdeeld over de gewesten bedraagt:
- 9.025.768 euro voor de gemeenten van het Vlaamse Gewest
- 7.153.122 euro voor de gemeenten van het Waalse Gewest
- 86.913.448 euro voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Voor de gewesten bedraagt het aandeel:
- 1.051.935 euro voor het Vlaamse Gewest
- 265.615 euro voor het Waalse Gewest
- 2.970.772 euro voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Het bijzondere krediet voor de agglomeratie Brussel bedraagt 29.380.935 euro.
De aandelen worden berekend volgens de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten.
De ontwerpen van koninklijk besluit worden ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.