Defensie: verderzetting van de projecten in het kader van de PESCO en het EDIDP
De ministerraad gaat op voorstel van minister van Defensie Ludivine Dedonder akkoord met de verderzetting van de onderhandelingen om twee ontwerpen te finaliseren in het kader van respectievelijk de Permanent Structured Cooperation (PESCO) en het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP).
MUGS (Modular Unmanned Ground System) is een van de PESCO-projecten waaraan België deelneemt. Het doel van het project is om het kader te vormen voor de ontwikkeling van soorten van modulaire, onbemande, over het land bewegende platformen die in staat zijn om autonoom en cyberbestendig te navigeren. Het project zal worden gevoerd in volledige conformiteit met de resolutie van het Europese parlement over autonome wapensystemen, die stelt dat het gebruik van letale wapensystemen enkel onder menselijke controle kan gebeuren. Defensie is geïnteresseerd in de ontwikkeling van deze technologie met het oog op een eventuele latere verwerving van een op deze technologie gestoelde capaciteit. Onderhandelingen zijn lopende voor de opmaak van een Memorandum of Understanding-kader (FMOU, MOU Framework) dat de afspraken omvat en de voorwaarden schetst voor de uitvoering van verschillende concrete projecten die onder de noemer van MUGS kunnen worden uitgevoerd. Het FMOU op zich houdt geen financieel engagement in voor de betrokken landen (België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Letland, Spanje).
Het eerste project dat de betrokken landen willen uitvoeren onder dit FMOU en waarvoor de onderhandelingen over de opmaak van een Implementation Agreement (in casu IA1) in een finaal stadium zitten, is iMUGS (Intermodular Unmanned Ground System). Naast een bijdrage door de Europese Commissie van 30,6 miljoen euro voorziet het IA1 in een financiële bijdrage van de landen van 1.995.364 euro (gespreid over twee jaar) voor de realisatie van het project door het consortium en in een bijdrage van 437.500 euro (gespreid over drie jaar) om de administratieve kosten van een door Estland op te richten Project Office te dekken. De Belgische financiële bijdrage werd vastgelegd op 307.482 euro voor de realisatie van het project en op 62.500 euro voor de administratieve kosten.