COVID-19: verlenging van de maatregel betreffende de carensdag wegens de arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Zelfstandigen David Clarinval een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende de carensdag in het kader van de arbeidsongeschiktheidsperiode in de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen.
Aangezien het land getroffen is door de COVID-19-pandemie, kan het voor zieke zelfstandigen moeilijk blijken om snel contact op te nemen met hun behandelende arts. Dit contact mag niet plaatsvinden vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, met gevolgen voor de datum op hun arbeidsongeschiktheidsverklaring, en dus voor de datum van de aanvang van hun vergoeding door hun verzekeraar. Tijdelijke maatregelen werden genomen om deze situatie aan te pakken, tot en met 31 december 2020.
Het ontwerp beoogt de verlenging van de tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat de periode van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid. Deze verlenging betreft de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.