28 mrt 2003 16:00

Consumentenkrediet

Op voorstel van de heer Charles Picqué, Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed betreffende het consumentenkrediet.

Op voorstel van de heer Charles Picqué, Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed betreffende het consumentenkrediet.

Het ontwerp regelt de verwerking van persoonsgegevens inzake consumentenkrediet alsook de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België en van de raadpleging ervan (**). Dit ontwerp van koninklijk besluit beoogt iedere discriminatie te vermijden bij de verwerking en bewaring van persoonsgegevens ongeacht of zij geregistreerd worden in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren of in privé-bestanden. Het ontwerp behandelt tevens de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van in beslag genomen onroerende goederen. Sinds de inwerkingtreding van voornoemde wet (*) werden 23.789 verzoekschriften inzake collectieve schuldenregeling ontvankelijk verklaard door de beslagrechters (toestand eind december 2002). Toch hebben er zich een aantal toepassingsproblemen voorgedaan. Verschillende actoren, zoals magistraten, bemiddelaars, mensen die te kampen hebben met een overmatige schuldenlast, parlementsleden, enz. hebben de overheden over bepaalde problemen geïnterpelleerd. Belangrijke arresten van het Hof van Cassatie en het Arbitragehof werden geveld. Het voorontwerp van wet heeft tot doel een antwoord te bieden op de toepassingsmoeilijkheden, zonder de bepalingen van de wet en de principes die haar structureren om te gooien. De belangrijkste voorstellen betreffen de verbetering van de doeltreffendheid van de minnelijke fase, het knelpunt van de voorrechten en de mogelijkheid van een gehele kwijtschelding van schulden voor personen zonder inkomsten. De andere voorstellen beogen hoofdzakelijk een verbetering van de proceduretechniek. Het ontwerp werd voorgelegd aan de Raad van State voor advies binnen de drie dagen. (*) tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 november 1992 en het koninklijk besluit van 22 april 1999. (**) door de personen bedoeld in artikel 19, § 2, van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen.