Bodemsanering van tankstations en gasolietanks voor verwarmingsdoeleinden
De ministerraad gaat akkoord met het federaal standpunt ten aanzien van het voorliggend ontwerp van samenwerkingsakkoord met de gewesten betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations en gasolietanks voor verwarmingsdoeleinden.
Vanuit een bezorgdheid voor de bescherming van het leefmilieu hebben de drie gewesten geleidelijk aan een wettelijk kader ten uitvoer gebracht dat onder andere exploitanten of eigenaars van tankstations verplichtte de bodem te saneren bij vervuiling. er werd een bodemsaneringsfonds voor tankstations opgericht via een samenwerkingsakkoord tussen de drie gewesten en de federale staat. Het fonds wordt voor de periode 2004-2019 beheerd door de vzw BOFAS.
Er zal een analoog fonds worden opgezet voor de bodemverontreiniging veroorzaakt door gasolietanks voor verwarming van gebouwen. Een nieuw samenwerkingsakkoord zal het bestaande akkoord met BOFAS vervangen. De wijzigingen zijn van twee ordes:
- het voorziet in bepalingen die toelaten een fonds te erkennen om de bodemsanering van door gasolietanks verontreinigde gronden te financieren (PREMAZ).
- het voorziet in de overheveling van de resterende middelen van BOFAS (totaal 133 miljoen euro op 1 juli 2017) naar het nieuwe fonds. De over te hevelen som wordt geraamd op 103,3 miljoen euro en zal in eerste instantie gebruikt worden voor de bodemsanering veroorzaakt door gasolietanks. De resterende 30 miljoen euro wordt gebruikt voor verdere sanering in het kader van BOFAS.
De ministerraad belast de minister van Energie met het meenemen van dit federaal standpunt als onderhandelingsmandaat naar de intergewestelijke en federale werkgroep om tot een samenwerkingsakkoord te kunnen komen. Daarnaast worden ook de ministers van Energie en van Economie belast met het aanvaarden van de vraag tot vermindering tot 0 euro van de verplichte bijdrage door de consument en de producent aan de vzw BOFAS op benzine en diesel aan de pomp vanaf 1 juli 2017.