Bestrijding van corruptie
Internationaal verdrag over de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Internationaal verdrag over de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed voor de instemming met het aanvullend protocol bij het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie (Straatsburg, 15 mei 2003). Het voorontwerp is een voorstel van minister van Buitenlandse Zaken De Gucht.
De jongste jaren besteden de nationale en internationale autoriteiten heel wat aandacht aan de bestrijding van corruptie. Met het voorontwerp van wet willen de internationale gemeenschap en de Europese lidstaten de bestrijding van corruptie versterken. België heeft zijn steun betuigd aan de initiatieven die corruptie bestrijden in andere internationale fora: de Europese Unie, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Verenigde Naties.
De Raad van Europa heeft in mei 2003 een specifiek protocol over arbiters en juryleden aangenomen naar aanleiding van het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie van januari 1999.
Het protocol verplicht de leden handelingen van actieve en passieve omkoping van nationale, buitenlandse en internationale arbiters en juryleden strafbaar te maken. Ze moeten de bestraffing waarborgen door hun rechtsmacht te vestigen, zodat de rechtbanken van de feiten kennis kunnen nemen, en door regels voor juridische samenwerking voor te schrijven over de uitlevering en wederzijdse rechtshulp. De Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO) zal toezicht houden op de uitvoering van het protocol op grond van het beproefde model voor onderlinge evaluatie dat de Financial Action Task Force on money laundering (FATF) heeft uitgewerkt.
Door de goedkeuring van het wetsontwerp kan België het protocol bekrachtigen dat op 1 februari 2005 in werking trad.
Diverse aspecten van de Belgische nationale wetgeving zijn trouwens geavanceerder dan de bepalingen van het verdrag en het protocol. De wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie, zoals gewijzigd bij de wet van 11 mei 2007, en de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen bevat heel wat specifiekere voorschriften.