Belastingaftrek voor risicokapitaal
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot wijziging van het KB/WIB 92 tot uitvoering van de wet (*) tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot wijziging van het KB/WIB 92 tot uitvoering van de wet (*) tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal.
De maatregel voert een systeem van 'notionele' interestaftrek in op het risicokapitaal van ondernemingen. Het systeem houdt in dat men op de belastbare basis in de vennootschapsbelasting een aftrek toestaat voor een bedrag gelijk aan de fictieve rentabiliteit van het eigen vermogen, berekend op een OLO-rentevoet op 10 jaar. Voor KMO's zal de aftrek 0,5% hoger zal zijn. Het grote pluspunt van de maatregel is dat de huidige discriminatie tussen de fiscale behandeling van financiering met vreemd vermogen (de betaalde interesten zijn momenteel immers aftrekbaar van de belastbare basis) en financiering met eigen vermogen voor een groot stuk wordt opgeheven, waardoor de autofinanciering van al de ondernemingen wordt gestimuleerd, ook die van de KMO's. Dit zal tot meer kredietwaardige ondernemingen leiden, het aantal faillissementen verminderen en het oprichten van ondernemingen stimuleren. De maatregel biedt bovendien een valabel alternatief dat toelaat de activiteiten van de coördinatiecentra, waarvan de erkenningen immers uiterlijk tegen eind 2010 allemaal zullen aflopen, in België te behouden. Om de maatregel te versterken, zal men ook het inbrengrecht volledig afschaffen. Belangrijk is ook dat het gaat om een maatregel die algemeen van toepassing is en dus strookt met de Europese richtlijnen. Dit waarborgt juridische zekerheid, wat een niet te onderschatten voorwaarde is voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. (*) van 22 juni 2005.