Behandeling met vervangingsmiddelen
Reglementering van de behandeling met de vervangingsmiddelen methadon en buprenorfine
Reglementering van de behandeling met de vervangingsmiddelen methadon en buprenorfine
De ministerraad nam een ontwerp van koninklijk besluit aan dat het koninklijk besluit van 19 maart 2004 wijzigt. Dat besluit reglementeert de behandeling met vervangingsmiddelen. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte stelde de wijziging voor. Het koninklijk besluit bepaalt welke stoffen toegelaten zijn voor een behandeling met de vervangingsmiddelen methadon en buprenorfine. Het beschrijft de voorwaarden voor: - de aflevering en toediening van het middel - de registratie van de behandeling, - het aantal patiënten per arts die hij of zij mag behandelen, - de begeleiding van de behandeling en de doorlopende opleiding van de arts, - de relatie tussen de voorschrijvende arts en een gespecialiseerd centrum of zorgnetwerk. FOD Volksgezondheid is verantwoordelijk voor de erkenning van structuren (de registratie van de voorschrijvende arts) en het Instituut voor Farmaco-epidemiologie van België registreert de voorschriften. Bij de toepassing van die reglementering stootte men op verschillende praktische problemen die het gevolg zijn van te weinig precisie en uniformisering. Het ontwerp lost die tekortkomingen op. Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.