Akkoord tussen België en Frankrijk betreffende de samenwerking inzake luchtverdediging tegen niet-militaire luchtdreigingen
Op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het akkoord* tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Franse Republiek betreffende de samenwerking inzake luchtverdediging tegen niet-militaire luchtdreigingen.
In het kader van de strijd tegen het terrorisme en in overeenstemming met de NAVO-richtlijnen werd een RENEGADE-concept ontwikkeld door de Defensiestaf, teneinde de acties te beschrijven die in België dienen te worden ondernomen om te vermijden dat een burgervliegtuig als terroristisch wapen zou worden gebruikt. Dit concept werd door de toenmalige minister van Landsverdediging op 18 mei 2004 goedgekeurd en ondertekend. In de NAVO-akkoorden is het gebruik van het geïntegreerde luchtverdedigingssysteem van de NAVO enkel toegestaan voor militaire vliegtuigen. Het RENEGADE-concept bepaalt dat het gebruik van geweld tegen een burgerlijke luchtdreiging een verantwoordelijkheid is van de nationale regeringsautoriteit (National Governmental Authority). Er werd dan een brief van de minister van Landsverdediging verstuurd aan de buurlanden (Luxemburg, Nederland, Duitsland en Frankrijk) om een internationale samenwerking op dat vlak te formaliseren.
Het akkoord tussen Frankrijk en België legt het juridisch kader vast van de samenwerking op het vlak van de luchtverdediging tegen niet-militaire luchtdreigingen. Deze samenwerking heeft tot doel de interventiecapaciteiten van de partijen ten aanzien van een niet-militaire luchtdreiging te verbeteren en de systematische uitwisseling van inlichtingen te vergemakkelijken, waardoor de kennis van elk der partijen over de algemene luchtvaartsituatie kan worden verrijkt.
* gesloten te Tours, op 6 juli 2005