Agressie
Op voorstel van Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, heeft de Ministerraad, in tweede lezing na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet (*) goedgekeurd dat verzwarende omstandigheden voorziet in geval van agressie aan het adres van personen die een functie uitoefenen van algemeen belang.
Op voorstel van Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, heeft de Ministerraad, in tweede lezing na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet (*) goedgekeurd dat verzwarende omstandigheden voorziet in geval van agressie aan het adres van personen die een functie uitoefenen van algemeen belang.
Het is de bedoeling om zo personen te beschermen die ten dienste staan van de gemeenschap en die - in het kader van hun beroep - blootgesteld zijn aan agressie, terwijl dit risico niet inherent is aan hun functie. Het betreft hier dus de beroepsmensen (**) van de non-profitsector, onder andere chauffeurs van het openbaar vervoer, postbodes, onthaalpersoneel van de spoedgevallendiensten van de ziekenhuizen, geneesheren, verplegend personeel, onderwijzers (***), sociaal assistenten enzovoort. Zwaardere straffen voor geweldplegingen Door het voorzien van verzwarende omstandigheden in het Strafwetboek, wil de Minister dit soort geweldplegingen in de eerste plaats ontmoedigen. Deze verzwarende omstandigheden verhogen aanzienlijk de minimumstraf die kan worden opgelegd: - voor de misdrijven wordt de minimumstraf verdubbeld: * in geval van vrijwillige slagen en verwondingen die een tijdelijke onbekwaamheid meebrengen, wordt de minimumstraf verhoogd van 2 tot 4 maanden; * in geval van vrijwillige slagen en verwondingen die een permanente onbekwaamheid meebrengen, wordt de minimumstraf verhoogd van 2 tot 4 jaar. - voor de misdaden wordt de minimumstraf verhoogd met 2 jaar: in geval van vrijwillige slagen en verwondingen met de dood tot gevolg maar zonder het oogmerk om te doden, wordt de minimumstraf verhoogd van 5 tot 7 jaar. Deze verzwarende omstandigheid zal slechts gelden indien de feiten worden gepleegd ten aanzien van de personen die in de uitoefening van hun functie worden geviseerd en die, in deze context, in contact komen met het publiek. De Minister wil zo een signaal geven aan de daders dat dit soort geweld in onze maatschappij niet getolereerd kan worden. (*) tot invoeging van een artkikel 410bis in Titel VIII van Boek II van het Strafwetboek (**) Het nieuwe artikel 410bis van het Strafwetboek specificeert in deze: «een personeelslid van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een ambulancier, een maatschappelijk werker van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of een persoon bedoeld door het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen» (***) Het nieuwe artikel 410bis van het Strafwetboek voorziet verzwarende omstandigheden voor: «de vader, moeder of familielid van een leerling die is ingeschreven in een onderwijsinstelling of er was ingeschreven tijdens de zes maanden die aan de feiten zijn voorafgegaan, of enige andere persoon die gezag over die leerling uitoefent of met zijn bewaring is belast (en die) de misdaad of het wanbedrijf heeft gepleegd tegen een lid van het personeel of van de directie van de onderwijsinstelling, in het kader van de uitoefening van hun ambt»