Afschaffing van de doodstraf
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende goedkeuring van het dertiende protocol (*) bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden.
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende goedkeuring van het dertiende protocol (*) bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden.
Dat nieuwe protocol is het resultaat van de normatieve en politieke ontwikkelingen die zich sedert een twintigtal jaar hebben voorgedaan, zowel op het vlak van de afschaffing van de doodstraf in het algemeen als op het meer specifieke vlak van de toepassing van de doodstraf wegens daden gepleegd in oorlogstijd (**). Terwijl in het protocol nr. 6 bij het EVRM inzake de afschaffing van de doodstraf niet wordt uitgesloten dat de doodstraf geldt voor feiten begaan in tijd van oorlog of van onmiddellijk oorlogsgevaar, wordt in het protocol nr. 13 bij het EVRM het beginsel inzake de absolute afschaffing van de doodstraf gehuldigd. Om partij te worden bij het protocol, moet een Staat zich ertoe verbinden de doodstraf volledig en definitief uit zijn wetgeving te schrappen, ook voor feiten begaan in tijd van oorlog of van onmiddellijk oorlogsgevaar. Er wordt geen afwijking noch voorbehoud toegestaan inzake de bepalingen van protocol nr.13. Het protocol is een aanvullend protocol en heeft niet tot bedoeling artikel 2 van het EVRM te schrappen (***). Het spreekt vanzelf dat de tweede zin van paragraaf 1 van dit artikel niet meer kan gelden voor de Staten die partij zijn bij dit protocol. Voor zover de Staten die partij zijn bij het protocol eveneens het protocol nr. 6 hebben bekrachtigd, kunnen zij niet langer gebruik maken van de mogelijkheid omschreven in artikel 2 van dat protocol. Op intern vlak levert dit protocol voor België geen moeilijkheden op. België heeft een wet goedgekeurd tot absolute afschaffing van de doodstraf die van toepassing is op alle soorten misdrijven gepleegd in alle soorten omstandigheden, daaronder begrepen in oorlogstijd. Op internationaal vlak heeft België zonder voorbehoud het tweede facultatief protocol bij het Internatonaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bekrachtigd. Protocol nr .13 treedt in werking zodra tien lidstaten van de Raad van Europa het hebben bekrachtigd. (*) Protocol nr. 13 is op 21 februari laatstleden goedgekeurd door het Comité van Ministers van de Raad van Europa, op 3 mei 2002 te Vilnius voor ondertekening opengesteld en die dag door België ondertekend. (**) - Protocol nr. 6 bij het EVRM dat voorziet in afschaffing van de doodstraf in vredestijd en geen enkele afwijking noch voorbehoud in noodsituaties toestaat. In artikel 2 is nochtans het volgende gesteld: "Een Staat kan bepalingen in zijn wetgeving opnemen waarin is voorzien in de doodstraf met betrekking tot feiten, begaan in tijd van oorlog of onmiddellijk oorlogsgevaar"; - De praktijk van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa die van staten die willen toetreden tot de Raad van Europa eist dat zij zich ertoe verbinden executies onmiddellijk op te schorten en de doodstraf uit hun wetgeving te schrappen; - De ontwikkelingen in andere fora: Europese Unie ("Richtsnoeren voor haar beleid inzake de doodstraf ten opzichte van derde landen"), Verenigde Naties (Tweede facultatief protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, schrapping van de doodstraf uit de straffen die het Internationaal Strafgerechtshof en de Internationale Tribunalen voor het voormalige Joegoslavië en Rwanda mogen opleggen); - Aanbevelingen 1246 (1994) en 1302 (1996) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa inzonderheid betreffende de uitwerking van een nieuw Aanvullend Protocol bij het Verdrag, inzake de afschaffing van de doodstraf zowel in vredestijd als in oorlogstijd; - Resolutie II goedgekeurd door de Europese Ministeriële Conferentie inzake de rechten van de mens (Rome 2000) waarbij het Comité van Ministers ertoe werd opgeroepen "de haalbaarheid van een nieuw aanvullend protocol bij het EVRM te overwegen, dat de mogelijkheid om de doodstraf te handhaven voor feiten begaan in tijd van oorlog of bij onmiddellijke oorlogsdreiging zou uitsluiten. (***) In dit artikel wordt het recht van eenieder op leven door de wet beschermd. Niemand mag opzettelijk van het leven worden beroofd, behoudens door de tenuitvoerlegging van een gerechtelijk vonnis wegens een misdrijf waarvoor de wet in de doodstraf voorziet.