17 feb 2023 11:00

17 februari 2023: EUTHANASIE – Cijfers van 2022

Deze cijfers hebben betrekking op de door de Commissie onderzochte registratiedocumenten van patiënten die euthanasie ondergingen in de periode tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022.
Een gedetailleerde analyse van de aangegeven euthanasies in 2022 zal terug te vinden zijn in het tweejaarlijks verslag van de Commissie (gegevens 2022 -2023).

In 2022 ontving de Commissie 2.966 registratiedocumenten betreffende euthanasie. Het aantal steeg met 9,85 % in vergelijking met 2021. Het aandeel aangegeven sterfgevallen door euthanasie dat in 2022 werd gemeld, bedroeg 2,5% (tegen 2,4% in 2021) van alle sterfgevallen in ons land (bron StatBel 26.01.2023).

Taal van registratiedocumenten

70,4 % van de registratiedocumenten waren Nederlandstalig tegenover 29,6% Franstalige.
We merken een stijging op in de beide talen. De stijging van de Franstalige documenten (877 in 2022 tegenover 693 in 2021, een stijging dus van 184 registratiedocumenten) is hoger dan de stijging van de Nederlandstalige registratiedocumenten (2089 in 2022 tegen 2007 in 2021, een verschil van 82 aangiftes).

Leeftijd van patiënten

69,9 % van de patiënten was ouder dan 70 jaar en 42,2 % was ouder dan 80 jaar. Het aantal euthanasies bij patiënten jonger dan 40 jaar bleef zeer beperkt (1,2 %). Het waren vooral patiënten in de 6de, 7de, en 8ste levensdecade die euthanasie vroegen (76,4 %). De grootste groep waren patiënten tussen 80 en 89 jaar (29,2 %).
In 2022 werd er geen enkel registratiedocument betreffende euthanasie bij een minderjarige patiënt geregistreerd.

Plaatst van uitvoering

Het aantal euthanasies dat thuis plaatsvond is lichtjes gedaald 2022 (50,5 %) terwijl het aantal euthanasies dat werd uitgevoerd in woonzorgcentra bleef stijgen (16,4 %).
Het aantal euthanasies dat werd uitgevoerd in ziekenhuizen en palliatieve eenheden bleef stabiel (31,8 %).

Wilsverklaring

0,6 % van de euthanasies werd uitgevoerd op basis van een voorafgaande wilsverklaring euthanasie en dit bij patiënten die onomkeerbaar niet meer bij bewustzijn waren.

Termijn van overlijden

In de overgrote meerderheid van de gevallen (82,7 %) werd door de arts het overlijden verwacht binnen afzienbare termijn (terminale patiënt). In de groep patiënten waarvan het overlijden niet binnen afzienbare termijn werd verwacht (niet-terminale patiënten), zijn de patiënten die aan polypathologie leden het sterkst vertegenwoordigd, terwijl kankerpatiënten uiterst zelden als niet-terminaal werden beschouwd.

Aandoeningen

De voornaamste categorieën die aan de basis lagen van de uitgevoerde euthanasies waren nieuwvormingen/kanker (59,9 %), een combinatie van verschillende chronische en ongeneeslijke aandoeningen (polypathologie) (19,6 %) en ziekten van het zenuwstelsel (8,9 %), ziekten van het bloedsomloopstelsel (3,7 %), ziekten van de luchtwegen (3%), cognitieve stoornissen (1,4%), psychiatrische aandoeningen (0,9 %), ziekten van het spijsverteringsstelsel (0,5%) en ziekten van bot-spierstelsel en bindweefsel (0,5%). Alle andere categorieën vertegenwoordigen 1,6% van de aandoeningen.

  • De belangrijkste patiëntengroep in aantal zijn de patiënten met een oncologische aandoening. Het ging vooral om kankers van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, borst en geslachtsorganen (vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen).
  • Na oncologische aandoeningen, was polypathologie de belangrijkste reden om euthanasie te vragen. In 2022 is het aantal euthanasies uitgevoerd bij patiënten op basis van polypathologie was 582 patiënten of 19,6 % van het totaal aantal euthanasies.
  • Verzoeken om euthanasie op basis psychiatrische aandoeningen zoals stemmingsstoornissen bleven uitzonderlijk (0,9 %). Hetzelfde geldt voor de cognitieve aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer (1,4 %). In al deze gevallen kon men vaststellen dat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan (een overwogen en herhaald verzoek geformuleerd een wilsbekwame patiënt, medisch uitzichtloze toestand, ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door een ernstige en ongeneeslijke ziekte).

Lijden

Bij de meerderheid van de patiënten werd zowel lichamelijk als psychisch lijden (niet te verwarren met psychiatrische aandoeningen) waargenomen (72,4 %). Dit lijden was steeds het gevolg van één of meerdere ernstige en ongeneeslijke aandoeningen. Het valt echter op dat enkel lichamelijk lijden vaker wordt genoemd dan in andere jaren. (25,4% in 2022 tegen 17,9 % in 2021).

Patiënten woonachtig in het buitenland

Volgens deel II van het registratiedocument zijn er in 2022, 61, in het buitenland verblijvende patiënten, naar België gekomen om hun vraag naar euthanasie beantwoord te zien worden volgens de voorwaarden van de Belgische wet. Aangezien het geen wettelijke verplichting is om de residentie van de patiënt in deel II te vermelden gaat dit om een minimum aantal.
Het betrof patiënten met uitsluitend een somatische aandoening zoals Amyotrofische laterale sclerose (ALS) of de ziekte van Charcot, een longkanker of een polypathologie (met kanker en sequellen van CVA).
79 %van de overlijdens werd verwacht binnen afzienbare termijn, de leeftijd van de patiënten bevond zich vooral tussen de 50 en 79 jaar. Deze patiënten kwamen voornamelijk uit Frankrijk (53). De andere landen die genoteerd werden waren Australië, Denemarken, Hongarije, Kenia, Nederland, Polen, Portugal en Oekraïne.

Beslissingen

De Commissie was van oordeel dat alle ontvangen verklaringen voldeden aan de essentiële eisen van de wet. Daarom was het niet nodig een dossier te verzenden naar de procureur des Konings voor verder onderzoek.

 

Alle cijfers voor 2022 staan in het bijgevoegde document.

NL Perscontact

  • Wim Distelmans
    prof. Palliatieve geneeskunde VUB
    +32 (0)475 67 14 51
    Willem.Distelmans@uzbrussel.be
  • Luc Proot
    chirurg
    +32 (0)50 84 17 77
    +32 (0)474 31 75 56
    proot.luc@telenet.be