“Zelfstandigen krijgen nieuwe berekeningswijze voor hun sociale bijdragen”
Zelfstandigen die voor het komende jaar hogere of lagere inkomsten verwachten, zullen binnenkort hun sociale bijdragen kunnen aanpassen. Na een inspanning van het Monitoringcomité (1) van meer dan een jaar, heeft Sabine Laruelle, minister van KMO’s en Zelfstandigen, vandaag haar voorstel uit de doeken gedaan voor een nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen van de zelfstandigen. De minister wil dat het nieuwe systeem uiterlijk begin 2015 wordt ingevoerd.
Met deze hervorming zullen de sociale bijdragen elk jaar worden bepaald in functie van de inkomsten van het jaar zelf, en niet meer op basis van de inkomsten van drie jaar eerder. Zolang de zelfstandige het werkelijke niveau van zijn inkomsten niet kent, zal zijn sociaal verzekeringsfonds hem een bedrag voorstellen dat elk kwartaal moet worden betaald en dat berekend wordt op de geïndexeerde inkomsten van het op twee na laatste jaar (N-3 geïndexeerd). Bovendien zullen de zelfstandigen, overeenkomstig hun individuele economische realiteit, dit bedrag rechtstreeks kunnen verfijnen in functie van hun inkomsten. Wanneer de zelfstandige een verhoging van zijn inkomsten verwacht, zal hij het bedrag van zijn bijdragen kunnen verhogen. De zelfstandigen die worden geconfronteerd met een verlaging van hun inkomsten in vergelijking met hun inkomsten van drie jaar eerder, zullen, mits akkoord van hun sociaal verzekeringsfonds, minder kunnen betalen.
De piste weerhouden door het Comité biedt de volgende voordelen:
- Het nieuwe systeem is sociaal logischer en billijker, omdat de bijdragen de economische realiteit van de zelfstandigen weerspiegelen, met name wanneer zij het hoofd moeten bieden aan voorbijgaande of grote economische moeilijkheden, wanneer zij worden gehospitaliseerd of met bevallingsverlof gaan, wanneer zij het iets rustiger aan moeten doen met hun pensioen in het vooruitzicht, enz. Het principe is eenvoudig: vanaf het moment waarop u minder verdient, moet u ook minder bijdragen betalen.
- Ook de zelfstandige die een betere periode doormaakt, zal onmiddellijk voor deze periode hogere bijdragen betalen. De hervorming maakt het hen mogelijk om hun betalingen rechtstreeks en op vrijwillige basis te verhogen.
- Het nieuwe systeem biedt de zelfstandigen de garantie dat zij over hun hele loopbaan bijdragen zullen betalen die in verhouding staan tot hun inkomsten.
- Het nieuwe systeem zal geen enkele impact hebben op het budget van de sociale zekerheid van de zelfstandigen.
Voor de minister van KMO’s en Zelfstandigen, Sabine Laruelle:
“Teveel zelfstandigen worden geconfronteerd met financiële problemen. De verhoging met 50% tussen 2005 en 2010 van het aantal aanvragen voor een vrijstelling van bijdragen getuigt daarvan. Dankzij dit nieuwe systeem zullen de zelfstandigen hun sociale bijdragen in functie van de evolutie van hun financiële capaciteit onmiddellijk kunnen verhogen of verlagen. Ik heb me ertoe verbonden deze hervorming, waarop de zelfstandigen zitten te wachten, in te voeren. Na een inspanning van meer dan een jaar, ben ik zeer blij dat één van de grote dossiers van deze korte legislatuur tot een goed einde werd gebracht.”
Christophe Wambersie (UCM):
"Deze hervorming is een essentiële stap in de opwaardering van het zelfstandigenstatuut. Het huidige systeem beantwoordde niet langer aan de verwachtingen en de reële actualiteit (economische crisissen, schommelende inkomsten, gemengde loopbaan… ). UCM, gesteund door enquêtes aan leden, heeft altijd het principe verdedigd om de sociale bijdragen af te stemmen op de inkomsten van het lopende jaar. Het nieuwe systeem zal eenvoudiger en duidelijker zijn en zal beter overeenkomen met de veranderende situatie van elke zelfstandige. Daarbij is het nieuwe systeem een belangrijke buffer tegen armoede en financiële problemen bij zelfstandigen."
Karel Van Eetveld (Unizo):
“Voor UNIZO was het van belang dat de hervorming voor zelfstandigen een stap vooruit zou betekenen en geen onverwachte budgettaire impact zou hebben op het sociaal statuut. Ik ben tevreden dat we na lange gesprekken tot een oplossing zijn gekomen. Zelfstandigen die in een dalende inkomenscurve zitten, krijgen nu effectief de mogelijkheid om de hoogte van hun sociale bijdragen aan te passen aan de realiteit. Dit is ontegensprekelijk positief. Toch blijven er volgens mij twee belangrijke aandachtspunten. Enerzijds moeten we erop toezien dat zowel de kwartaalbijdrage als het bedrag van de regularisatie deel kan uitmaken van een aanvraag tot vrijstelling van bijdragen. We mogen niet het risico lopen dat een zelfstandige langs de ene kant een vrijstelling van bijdragen krijgt voor een bepaald kwartaal en tegelijk een hoge regularisatiefactuur moet betalen. Anderzijds voorziet de hervorming dat zelfstandigen tot enkele jaren na de stopzetting van de onderneming een regularisatiefactuur kunnen krijgen. UNIZO vreest voor problemen bij onverwachte stopzettingen, zoals voor zelfstandigen die invalide worden of omwille van economische of financiële moeilijkheden gedwongen hun activiteit moeten stopzetten. Deze mensen zullen niet de middelen hebben om hoge regularisaties te betalen. Ook deze problemen moeten we verhelpen.”
Christine Mattheeuws (NSZ):
“Gezien de moeilijke budgettaire situatie waarin ons land zich bevindt, kan NSZ zich vinden in het voorgestelde overgangssysteem. Positief is dat zelfstandigen die zich in een moeilijke financiële situatie bevinden onder bepaalde voorwaarden minder sociale bijdragen kunnen betalen. Zelfstandigen zullen voortaan dus de mogelijkheid hebben om de betaling van hun sociale bijdragen aan te passen aan de evolutie van hun inkomsten. Dat is nodig, want nu moeten al teveel zelfstandigen een vrijstelling van betaling van hun sociale bijdragen aanvragen wanneer hun financiële situatie donker kleurt.”
Koen Mortier (VSVZ):
“Vanuit de VSVZ en de sociale verzekeringsfondsen zijn wij tevreden met het resultaat, met name de piste “C” die het midden houdt tussen beide andere voorstellen. De grote principes liggen vast en bieden een oplossing voor de zelfstandigen die het moeilijk zouden kunnen krijgen door zware regularisaties. Het komt er nu op aan deze principes om te zetten in kostenefficiënte, praktisch werkbare en voor de zelfstandige begrijpbare modaliteiten. De sociale verzekeringsfondsen zullen hierin een cruciale rol vervullen om het nieuwe systeem te implementeren en te testen, de nodige (interne) vormingen te geven en de zelfstandigen grondig te informeren over de nieuwe berekeningswijze. Met een doordachte aanpak die niet overhaast mag gebeuren, heeft deze piste de nodige elementen in zich om het beoogde doel te halen, zijnde de zelfstandigen een helpende hand te reiken met sociale bijdragen die afgestemd zijn op hun economische realiteit en persoonlijke situatie.”
(1) Het Monitoringcomité, aangestuurd door het kabinet van de minister, is met name samengesteld uit vertegenwoordigers van UNIZO (de Unie van Zelfstandige Ondernemers), UCM (Union des Classes Moyennes), het NSZ (Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen), de VSVZ (Vereniging der Sociale Verzekeringsfondsen van de Zelfstandigen), de instituten van de cijferberoepen, het RSVZ en de FOD Sociale Zekerheid.