Willy Borsus wil de toegang van KMO’s tot financiering faciliteren
Willy Borsus, minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie wil de toegang verbeteren van KMO’s tot financiering, en met name bankfinanciering. Het regeerakkoord stipuleerde dat de wet van 21 december 2013 betreffende de financiering van KMO’s het voorwerp zou uitmaken van een evaluatie binnen de twee jaar na zijn inwerkingtreding.
Die evaluatie is momenteel aan de gang en bestaat met name uit de volgende luiken:
- een vragenlijst gericht aan de KMO’s om te peilen naar hun ervaringen met hun bankinstelling in het kader van een kredietaanvraag;
- de evaluatie, in samenwerking met Febelfin, van de kredietinstellingen die kredieten verstrekken aan KMO’s.
Een ontwerp van KB dat de gevolgde methode beschrijft in het kader van deze evaluatie werd op 14 april jongstleden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Willy Borsus, minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, zei het volgende: “Het is van primordiaal belang dat de KMO’s nog meer toegang krijgen tot bankfinanciering. Het is de eerste stap in de oprichting van een onderneming en dus naar nieuwe economische activiteit. Het vormt de basis van elk initiatief. Daarom geven wij in het kader van de evaluatie van deze wet natuurlijk het woord aan de banksector, maar ook en vooral aan de KMO’s.”
De FOD Economie zal de verschillende luiken van de evaluatie coördineren.
Het doel bestaat erin te bepalen op welke manier de bepalingen van de wet van 2013 worden toegepast en onthaald door de verschillende tussenkomende partijen net als eventuele ontwikkelingen van de wet te identificeren om meer tegemoet te komen aan de moeilijkheden waarmee de KMO’s worden geconfronteerd in hun toegang tot bankfinanciering.
De publicatie van de resultaten van de evaluatie wordt verwacht voor september.
Parallel met de evaluatie van de wet, is de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven momenteel belast met een studie over de toegang van groeibedrijven tot financiering. De vaststellingen die in dit kader worden gedaan, zouden het ook mogelijk moeten maken om de financieringswijzen te onderzoeken die aangepast zijn aan de verschillende stadia in de ontwikkeling van ondernemingen en de maatregelen te analyseren die genomen zouden kunnen worden om de financiering van ondernemingen in deze verschillende stadia te faciliteren.
De resultaten van deze studie, alsook de evaluatie van de wet, zullen niet enkel in aanmerking worden genomen in de procedure voor de wijziging van de wet, maar ook algemener in het kader van de invoering van een plan gericht op de financiering van de KMO’s in de verschillende stadia van hun ontwikkeling.