Willy Borsus beperkt het verblijf in het buitenland voor de begunstigden van een leefloon
De Ministerraad heeft vandaag een wetsontwerp goedgekeurd dat erop gericht is om het verblijf in het buitenland van de begunstigden van een leefloon te beperken tot 4 weken per jaar (niet consecutief).
Om aanspraak te maken op een leefloon moet de belanghebbende immers voldoen aan een bepaald aantal voorwaarden. Hij moet met name zijn gewone en werkelijke verblijfplaats in België hebben en beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Het is absoluut noodzakelijk, in het kader van zijn maatschappelijk onderzoek en vooral voor zijn maatschappelijke begeleiding, dat het OCMW deze informatie kan verkrijgen. De persoon is verplicht deze informatie mee te delen.
In een eerste fase heeft het wetsontwerp tot doel de verantwoordelijkheid van de persoon te versterken in het kader van zijn relatie met het OCMW. Enerzijds is de begunstigde, wanneer hij een verblijf van week of langer in het buitenland voorziet, immers verplicht het OCMW op de hoogte te brengen van dit verblijf.
Anderzijds voorziet de wet een beperking van het aantal weken dat in het buitenland verbleven kan worden opdat de maatschappelijke begeleiding van de persoon kan worden voortgezet met het oog op zijn herintegratie in de maatschappij. Het gaat met name om de toegang tot opleidingen en de arbeidsmarkt in België.
Deze maatregel is gebaseerd op het werkloosheidsstelsel.
Concreet voorziet de wet het volgende:
1. Iedere gerechtigde moet voor elk vertrek het bevoegd centrum erover inlichten dat hij gedurende een week of langer in het buitenland zal vertoeven; hij geeft de duur en de reden hiervan op.
We kunnen ervan uitgaan dat wanneer een persoon een week of langer naar het buitenland vertrekt, de voorwaarden met betrekking tot met name de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in het gedrang kunnen komen. De redenering in termen van weken werd overgenomen uit de werkloosheidsreglementering.
2. De betaling van het leefloon wordt behouden voor deze periode die in totaal niet langer mag zijn dan vier weken per kalenderjaar.
3. De betaling van het leefloon wordt geschorst voor de verblijven in het buitenland die het totaal van de vier weken per kalenderjaar overschrijden, tenzij het centrum anders beslist door uitzonderlijke omstandigheden die dit verblijf rechtvaardigen.
Minister Borsus zal de OCMW’s vragen om deze maatregel strikt toe te passen en zal de monitoring ervan verzorgen.
De minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, Willy Borsus, verklaarde het volgende: “Het is normaal dat de begunstigden van een leefloon beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Deze maatregel is logisch en past ook in de context van het vertrek van sommige begunstigden van het leefloon naar gebieden zoals Syrië of Irak, maar ook gewoon in die van het gekende fenomeen van de mensen die in het buitenland gaan verblijven en het leefloon blijven genieten.”