Wijzigingen inzake het administratief en financieel statuut van de ambtenaren van de buitenlandse en consulaire carrière
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib en minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez een ontwerp van koninklijk besluit goed dat alle administratieve en financiële regels die van toepassing zijn op de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière van de FOD Buitenlandse Zaken, in één tekst bundelt.
De diplomatie en de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière staan niet stil. Hun statuut moet dan ook een weerspiegeling zijn van hun huidige werkomgeving en van de uitdagingen die voortvloeien uit de permanente mobiliteit die van hen wordt verwacht. Die mobiliteit heeft immers niet alleen een impact op de ambtenaren, maar ook op hun gezin. Ze kan ook een obstakel vormen voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en, in het algemeen, voor de diversiteit.
Het huidige statuut van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière vereist daarom een modernisering en een consolidatie teneinde de aantrekkelijkheid ervan en de internationale mobiliteit van de ambtenaren tijdens hun volledige carrière te garanderen.
In deze context, en met het oog op verduidelijking en administratieve vereenvoudiging, zullen de verschillende teksten die de administratieve, geldelijke en financiële aspecten van het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de consulaire carrière regelen, worden opgeheven. De inhoud ervan, die soms werd aangepast, wordt overgenomen in het ontwerp van koninklijk besluit om – in overeenstemming met de nieuwe uitdagingen voor de diplomatie en de Belgische institutionele context – een volledige en sterke juridische basis te vormen.
Het nieuwe ontwerp van koninklijk besluit omvat vijf grote delen: het toepassingsgebied betreffende het personeel, de definities en algemene bepalingen, het administratief statuut, het financieel statuut en de opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.